Een belangrijk aspect bij de inbouw van klimatiseringscomponenten is de aandacht voor het verloop van de luchtstromen:

• De koude luchtstroom mag niet direct op actieve componenten gericht zijn.
• Luchtstromen mogen niet tegen de luchtstroom van componenten met zelf-beluchting in lopen.

Om bij de engineering aan dergelijke eisen te kunnen voldoen, kan de richting van de koude en warme luchtstromen met luchtstroom richtingen bij de betreffende componenten worden weergegeven. De luchtstroom richtingen geven bij de betreffende in- of uitstroomopening het type en de stromingsrichting van de in- of uittredende luchtstroom aan:

• Koude luchtstroom (blauw)
• Warme luchtstroom (rood).

Wanneer artikelmacro's die van luchtstroom richtingen zijn voorzien bij de engineering in de layoutruimte worden geplaatst, kunnen de luchtstroom richtingen worden weergegeven.

De weergave van de luchtstroom richtingen wordt beïnvloed door de beschikbaarheid van toebehoren voor de luchtgeleiding (bijvoorbeeld luchtkanaal of afdekkappen). Als dergelijke toebehoren in het stromingskanaal zijn geplaatst, wordt de luchtstroom richting niet bij het hoofdartikel maar bij de toebehoren weergegeven.

Het optimaal geklimatiseerde bereik beschrijft de ruimte die door een airconditioningsapparaat op grond van zijn ventilatievermogen betrouwbaar kan worden geklimatiseerd. Bij geplaatste artikelmacro's kunnen de optimaal geklimatiseerde bereiken in de layoutruimte worden weergegeven. Doorslaggevend voor de omvang van het geklimatiseerde bereik is de zogeheten "worplengte" van de koude lucht van de klimatiseringscomponenten. Componenten die afvalwarmte produceren moeten bij voorkeur binnen dit bereik worden geplaatst.

Geblokkeerde ruimtes voor luchtstroom worden door de fabrikant van artikelgegevens bij het artikel gedefinieerd. Aan elke luchtstroom richting is een geblokkeerde ruimte toegekend. Geblokkeerde ruimtes beschrijven het bereik dat vrij van hindernissen moet worden gehouden om optimaal te kunnen klimatiseren. De weergave van de geblokkeerde ruimtes verandert wanneer er toebehoren voor de luchtgeleiding (bijvoorbeeld luchtkanaal of afdekkappen) worden geplaatst.

Als gevolg van een ongunstige plaatsing van componenten kunnen er in een schakelkast warmtenesten ontstaan. Om mogelijke warmtenesten reeds in de engineeringsfase te kunnen vaststellen, dienen deze warmtenesten door inkleuring van artikelplaatsingen in 5 verschillende kleurniveaus te worden weergegeven. Voor deze weergave is de verliesvermogendichtheid van een component van belang. De verliesvermogendichtheid volgt uit de artikeleigenschap Max. verliesvermogen van een component gerelateerd aan het oppervlak van de artikelplaatsing. Deze wordt automatisch bepaald als de betreffende eigenschappen (bijvoorbeeld het apparaatverliesvermogen) aanwezig zijn.