Voor het bewerken van kopercomponenten zijn er speciale functies beschikbaar, die de vorm van de component wijzigen:
- Lengte wijzigen
- Hoeken wijzigen
- Buigposities wijzigen
- Nieuwe buigpositie toevoegen.
Bovendien kunnen alle in EPLAN Pro Panel gebruikelijke bewerkingsfuncties van de grafische editor ook voor kopercomponenten worden gebruikt. Bij alle bewerkingsfuncties kan de ontwerpmodus worden gebruikt om een handle te selecteren.
Bij enkele functies voor het bewerken van kopercomponenten dienen een aantal bijzonderheden in acht te worden genomen.
Een kopercomponent maakt altijd deel uit van een koperbundel. Wanneer een kopercomponent wordt verplaatst, wordt deze net als bij een nieuwe plaatsing van de kopercomponent aan een bundel toegekend. De component wordt naar de actieve koperbundel verplaatst.
Als er meerdere kopercomponenten van verschillende bundels gezamenlijk worden verplaatst, vormen deze na de plaatsing samen een bundel.
Als een complete bundel wordt verplaatst, blijven alle kopercomponenten in deze bundel en worden ze niet naar een andere bundel verplaatst. Alleen de positie van de bundel in de navigatorhiërarchie kan wijzigen.
Na het invoegen moeten alle kopercomponenten weer deel uitmaken van een koperbundel. Daartoe worden steeds nieuwe koperbundels gegenereerd. Bestaande bundels worden bij de plaatsing niet geactiveerd.
Na het invoegen moeten alle kopercomponenten weer deel uitmaken van een koperbundel.
Er gelden dezelfde activeringsregels voor koperbundels als de regels die van toepassing zijn als componenten voor het eerst worden geplaatst. Als er meerdere kopercomponenten van verschillende bundels worden gedupliceerd, vormen deze na de plaatsing samen een bundel.
Bij het dupliceren van complete bundels ontstaan er compleet nieuwe bundels.
Als kopercomponenten worden samengevoegd, worden dit "normale" artikelplaatsingen. Daarna zijn dit geen kopercomponenten meer. De componenten maken geen deel meer uit van een koperbundel.
Zie ook