Bij een Fluid-onderdeel dat reeds is geplaatst, kunt u programmaondersteund de eerstvolgende vrije onderdeelcode selecteren. Voor Fluid-onderdelen die volgens de norm DIN ISO 1219-2 zijn gecodeerd, kan bij het selecteren worden aangegeven of het eerstvolgende vrije schakelingnummer of componentnummer moet worden bepaald.
Voorwaarden
- U hebt een project geopend.
- Het project is met behulp van de projectsjabloon
FL_1219-2_tpl001
gemaakt. Deze projectsjabloon zorgt ervoor dat Fluid-onderdeelcodes volgens de norm DIN ISO 1219-2 met een bereikafhankelijke media key, een schakelingnummer en een componentnummer worden gestructureerd. - U hebt een pagina van het type "Schema Fluid" gemaakt en de pagina in de grafische editor geopend.
- Op de schemapagina is minimaal een Fluid-onderdeel geplaatst.
Coderingsstructuur voor ODC-selectie weergeven
- Kies de volgende menuopdrachten: Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Weergave > Boomstructuur (navigators).
- Schakel in het dialoogvenster Instellingen: Projectstructuur (navigators) de selectievakjes ODC: Voorcijfer, ODC: Kenletter, ODC: Teller en ODC: Subteller in.
Deze instelling zorgt ervoor dat de afzonderlijke structuurcomponenten van de ODC van geplaatste Fluid-functies in de boomweergave van het ODC-selectiedialoogvenster gescheiden worden weergegeven en een pictogram hebben. - Klik op [OK].
Schakelingnummer programmaondersteund selecteren
- Dubbelklik in het schema op een Fluid-onderdeel.
- Klik in het eigenschappendialoogvenster naast het veld Weergegeven ODC op [...].
Het vervolgdialoogvenster ODC-selectie bevat een lijst met alle onderdeelcodes van alle functies die in het project beschikbaar zijn.
De ODC van de geselecteerde Fluid-functie is reeds in de lijst gemarkeerd. - Om de afzonderlijke coderingscomponenten van de ODC van de geselecteerde Fluid-functie aan de hand van pictogrammen te kunnen weergeven, kiest u het tabblad Boom.
- Klik in de geopende boomweergave op de waarde achter het pictogram .
- Klik op [Volgende].
De ODC-selectie wordt gesloten. EPLAN Fluid voert in het veld Weergegeven ODC van het dialoogvenster Eigenschappen <...> het eerstvolgende vrije schakelingnummer in. - Klik op [OK].
Componentnummer programmaondersteund selecteren
- Herhaal de vorige stappen 1 tot 3.
- Klik in de boomweergave op de gewenste waarde achter het pictogram .
- Klik op [Volgende].
De ODC-selectie wordt gesloten. EPLAN voert in het veld Weergegeven ODC van het dialoogvenster Eigenschappen <...> het eerstvolgende vrije componentnummer in. - Klik op [OK].
In een project bevinden zich de volgende 3 Fluid-onderdelen:
H1.1, H3.7 en H4.5
In het eerste geval wordt aan de ODC H3.7 het eerstvolgende vrije schakelingnummer toegewezen.
De nieuwe ODC luidt dan H5.7.
In het tweede geval wordt aan de ODC H3.7 het eerstvolgende vrije componentnummer toegewezen.
De nieuwe ODC luidt dan H3.8.
Zie ook