U hebt een project geopend. Hulpprogramma's > Productiegegevens > Export / labeling.
In dit dialoogvenster definieert u in welke omvang en in welke volgorde productie- en labelingsgegevens in een bestand worden uitgevoerd.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
In deze vervolgkeuzelijst worden alle gebruikergedefinieerde en voorgedefinieerde export- en labelingsschema's weergegeven. Via [...] bewerkt of maakt u een schema.
Een schema van de geëxporteerde productiegegevens / labeling wordt altijd samen met een verwerkingstype gemaakt. In dit veld wordt het verwerkingstype aangegeven dat u voor het actuele schema hebt geselecteerd.
Houd er rekening mee dat artikelverwerkingen (bijvoorbeeld het verwerkingstype "Artikellijstoverzicht") afhankelijk zijn van de artikelen die zijn geselecteerd. Dat betekent:
- Als er klemmen zijn geselecteerd, worden klemmenartikelen uitgevoerd.
- Als er klemmenstroken zijn geselecteerd, worden alle klemmen- en klemmenstrookartikelen uitgevoerd.
- Als er klemmenstroken en afzonderlijke klemmen zijn geselecteerd, worden alle klemmen- en klemmenstrookartikelen uitgevoerd, waarbij klemmenartikelen slechts één keer worden verwerkt.
Dit geldt ook voor kabels en verbindingen.
Alle artikelen worden alleen uitgevoerd indien de betreffende instelling is aangebracht (bijvoorbeeld de instellingen Klemmenartikel, Kabeladerartikel etc.).
Selecteer in de vervolgkeuzelijst de taal waarin het export- / labelingsbestand wordt uitgevoerd. Alle talen die u in de projectspecifieke vertaalinstellingen hebt gedefinieerd zijn beschikbaar.
- Alle weergavetalen: maakt het mogelijk de EPLAN-gegevens in meerdere talen uit te voeren. De gegevens worden in alle talen uitgevoerd die u in de projectspecifieke vertaalinstellingen als weergavetalen hebt gedefinieerd.
- <Taal>: maakt het mogelijk de EPLAN-gegevens in de geselecteerde taal uit te voeren. Als u de gegevens in een extern Excel-bestand wilt uitvoeren, kunt u via deze optie de tabelnamen in het Excel-bestand aansturen. De tabelnaam moet overeenkomen met het taalkenmerk. Als het bestand geen tabel met bijpassend taalkenmerk bevat, wordt eerst naar een tabel gezocht die bij de dialoogtaal past en vervolgens naar de alternatieve taal. Als ook hiervoor geen bijpassende tabellen beschikbaar zijn, wordt de eerste tabel uit de sjabloon gebruikt.
U hebt als sjabloon een Excel-bestand geselecteerd dat 5 tabellen bevat met de tabelnamen en_US, de_DE, fr_FR, ru_RU en zh_CN.
U hebt in het veld Taal de taal en_US geselecteerd.
De EPLAN-gegevens worden in de Excel-tabel en_US uitgevoerd.
In dit veld staat het bestandspad naar export- / het labelingsbestand.
Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen.
Het getal in dit veld geeft aan hoe vaak een label in het export- / labelingsbestand wordt herhaald.
Herhalingen per totale uitvoer:
Het getal in dit veld geeft aan hoe vaak de totale uitvoer in het export- / labelingsbestand wordt herhaald.
In dit groepsveld definieert u of een toepassing na de uitvoer wordt gestart.
- Exporteren: is deze optie geselecteerd, dan worden de gegevens uitgevoerd en wordt een externe toepassing niet gestart.
- Exporteren en toepassing starten: is deze optie geselecteerd, dan worden de gegevens uitgevoerd en wordt een externe toepassing gestart, bijvoorbeeld Notepad.
Zie ook
Vertalings- en weergavetalen definiëren
Export- / labelingsschema maken