Oorzaak
Bij een PLC-kaart met de PLC-typecode <x>, die op een bepaald bouwgroepen-rack is gemonteerd, wordt met de geactiveerde eigenschap PLC-kaart gemonteerd op kopstation gedocumenteerd dat het bouwgroepen-rack een kopstation is. De PLC-kaart die het bouwgroepen-rack voorstelt, is echter geen kopstation omdat bepaalde waarden ontbreken. Het is ook mogelijk dat er geen kopstation is gedefinieerd.
Oplossing
- Bepaal de locatie van de PLC-kaart die op het bouwgroepen-rack is gemonteerd in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
- Kies in het snelmenu de menuopdracht Ga naar tweede coördinaat, en spring op deze manier naar de PLC-kast die het bouwgroepen-rack voorstelt.
- Open het eigenschappendialoogvenster van de PLC-kast.
- Klik op het tabblad PLC-structuurgegevens.
- Schakel in de eigenschappenlijst het selectievakje van de eigenschap Kopstation en / of CPU in.
- Klik op [OK].
- Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.
Opmerking:
Wanneer het niet mogelijk is om naar het bouwgroepen-rack te springen, dan is er geen een gedefinieerd. Selecteer of maak dan in dat geval eerst een PLC-kaart die als bouwgroepen-rack moet dienen. Wijs aan dit bouwgroepen-rack (tweede tabblad, veld Bouwgroepen-rack) de waarde toe die u hebt toegekend aan de PLC-kaart die op het bouwgroepen-rack moet worden gemonteerd (tweede tabblad, veld PLC-kaart gemonteerd op bouwgroepen-rack). Vergeet niet om het op deze manier gedefinieerde bouwgroepen-rack ook als kopstation en / of CPU in te stellen.