In versie 2.7 kon u busgegevens alleen bij enkellijnige netwerk- / buskabelaansluitingen opgeven. Wanneer het weergavetype naderhand werd gewijzigd, werd het tabblad Busgegevens in het eigenschappendialoogvenster verborgen en werden de daar ingevoerde gegevens verwijderd.
Nu is in het eigenschappendialoogvenster van busaansluitingen het tabblad Busgegevens voor alle weergavetypen beschikbaar. Busgegevens worden bij het wisselen van weergavetype niet meer verwijderd.
Voordeel:
Busgegevens kunnen desgewenst in het schema ook meerlijnig worden ingevoerd en weergegeven. Hierdoor kan bijvoorbeeld een ASi-bus in de klemmenaansluitlijst worden weergegeven.
Een enkellijnige weergave van de bus wordt echter altijd aanbevolen. De enkellijnige weergave is bij de PLC-configuratiegegevensuitwisseling vereist. Bij de export van PLC-configuratiebestanden worden de busstructuren uit de met elkaar verbonden enkellijnige busaansluitingen bepaald. Geef in dat geval de busgegevens bij de enkellijnige netwerk- / buskabelaansluitingen op.
Tip:
Controleer voor de export of er tegenstrijdige PLC-gegevens bij de verschillende weergavetypen van een busaansluiting voorkomen. Hiervoor kunt u de controleprocedure 007010 gebruiken. Om alleen de gegevens bij de enkellijnige weergave te behouden, gebruikt u het comprimeren van projecten met de nieuwe compressie-instelling "Projectgegevens verwijderen > Busgegevens bij niet-enkellijnige busaansluitingen".
Opmerking:
Bij het openen van projecten uit oudere EPLAN-versies (versie 2.7 of ouder) wordt de waarde van de eigenschap Businterface: Naam van de enkellijnige weergave van een busaansluiting naar alle andere weergavetypen gekopieerd. Dit gebeurt omdat in de nieuwe versie deze eigenschap samen met de stekercode voor busaansluitingen identificerend is.
Zie ook
Identificatie van busaansluitingen via businterfacenaam en stekercode