Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Blokeigenschappen voor PLT-systeem / PLT-systeemfunctie wijzigen

Met blokeigenschappen kunnen formaatgegevens van meerdere eigenschappen in één eigenschap worden beheerd. Bij elke Blokeigenschap [n] hoort een eigenschap Blokeigenschap: Formaat [n]. Bij Blokeigenschap [1] hoort bijvoorbeeld de eigenschap Blokeigenschap: Formaat [1]. In de eigenschap Blokeigenschap: Formaat [1] definieert u de formaatgegevens van meerdere eigenschappen. In Blokeigenschap [1] worden op basis van deze formaatgegevens de concrete waarden weergegeven.

Voorwaarden:

  1. Selecteer een PLT-systeem of PLT-systeemfunctie.
  2. Kies de volgende menuopdrachten: Bewerken > Eigenschappen
  3. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...>: PLT-systeem of Eigenschappen <...>: PLT-systeemfunctie het tabblad <PLT-systeem> / <PLT-systeemfunctie>.
  4. Klik boven de tabel Eigenschappen op (Nieuw).
  5. Selecteer in het dialoogvenster Eigenschapselectie de eigenschap Blokeigenschap: Formaat [1] en klik op [OK].

    De eigenschap wordt in de kolom Eigenschapsnaam weergegeven.
  6. Klik daarnaast in de kolom Waarde en vervolgens op [...].
  7. Selecteer in het dialoogvenster Formaat in het veld Beschikbare formaatelementen de eigenschap PLT-systeem of PLT-systeemfunctie en klik op (Naar rechts verplaatsen).

    In het dialoogvenster Formaat: Blokeigenschap worden alle eigenschappen weergegeven die voor PLT-systemen of PLT-systeemfuncties beschikbaar zijn.
  8. Selecteer in de lijst onder het veld Categorie een invoer.
  9. Om voor de tekst van de eigenschap de veldbreedte (aantal posities) en de opvultekens voor lege plaatsen te definiëren, voert in de velden Minimum veldbreedte en Opvulteken de gewenste waarden in.
  10. Om aan te geven wanneer de eigenschap wordt verborgen, definieert u hiervoor de voorwaarden in het groepsveld Eigenschap verbergen als.
  11. Klik op [OK].

    De formaatgegevens van de eigenschap worden in het veld Geselecteerde formaatelementen weergegeven.
  12. Definieer de overige formaatgegevens op dezelfde wijze.
  13. Als u het formaat van de blokeigenschap hebt gedefinieerd, klikt u in het dialoogvenster Formaat op [OK].

    De formaatgegevens van de eigenschap Blokeigenschap: Formaat [1] worden in de kolom Waarde weergegeven.
  14. Klik op (Nieuw).
  15. Selecteer in het dialoogvenster Eigenschapselectie in de groep Blokeigenschap de eigenschap Blokeigenschap [1] en klik op [OK].

    Naast Blokeigenschap [1] worden de concrete waarden van de eigenschap weergegeven. Als de eigenschap niet wordt geactualiseerd, moet het dialoogvenster worden gesloten en opnieuw worden geopend.

Zie ook