Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Gegevens van busaansluitingen voltooien

Configuratieproject bij busaansluitingen terugschrijven

Voor de gegevensuitwisseling van PLC-configuratiebestanden is het nodig dat bij alle PLC-kasten en busaansluitingen die bij een bepaalde busconfiguratie horen, de eigenschap Configuratieproject met dezelfde waarde is gevuld. I-/O-aansluitingen beschikken niet over deze eigenschap, omdat ze automatisch via de bijbehorende PLC-kast aan een configuratieproject worden toegekend. Met de actie Configuratieproject bij busaansluitingen terugschrijven kunt u het configuratieproject van een PLC-kast aan de bijbehorende busaansluitingen overdragen.

  1. Selecteer de gewenste busaansluitingen in de grafische editor of in de PLC-navigator. Of selecteer in de pagina-navigator een of meerdere schemapagina's of het project.
  2. Kies de volgende menuopdrachten: Projectgegevens > PLC > Gegevens voltooien > Configuratieproject bij busaansluitingen terugschrijven

    Bij de geselecteerde busaansluitingen wordt de waarde van de eigenschap Configuratieproject van de bijbehorende PLC-kast ingevoerd. Eventueel aanwezige invoeren voor het configuratieproject bij de busaansluitingen worden daarbij door de waarde van de bijbehorende PLC-kast overschreven.

Opmerking:

Wanneer een afzonderlijke busaansluiting aan een ander configuratieproject moet worden toegekend, moet u de waarde handmatig wijzigen.

Businterfacenamen synchroniseren

De businterfacenaam is samen met de stekercode voor busaansluitingen identificerend. Wanneer dezelfde busaansluiting in meerdere weergavetypen in het project voorkomt, is het bij de algemene bewerking en bij het verwerken noodzakelijk dat de businterfacenaam bij alle weergavetypen is ingevoerd. Met de actie Businterfacenamen synchroniseren kunt u de businterfacenamen aan alle weergavetypen van dezelfde busaansluiting overdragen.

  1. Selecteer de gewenste busaansluitingen in de grafische editor of in de PLC-navigator. Of selecteer in de pagina-navigator een of meerdere schemapagina's of het project. Let erop dat alle bestaande weergavetypen van de busaansluitingen in de selectie zijn opgenomen.
  2. Kies de volgende menuopdrachten: Projectgegevens > PLC > Gegevens voltooien > Businterfacenamen synchroniseren

    Voor de geselecteerde busaansluitingen wordt de waarde van de eigenschap Businterface: Naam die bij een weergavetype is ingevoerd, aan alle overige weergavetypen overgedragen. Als er bij verschillende weergavetypen verschillende businterfacenamen voorkomen, blijven de waarden ongewijzigd en wordt de businterfacenaam niet aan de andere weergavetypen overgedragen.

Namen van de fysieke netten synchroniseren

Het logische net is een onderdeel van het fysieke net. Daarom moeten alle busaansluitingen van een logisch net ook aan hetzelfde fysieke net zijn toegekend. Met de actie Namen van de fysieke netten synchroniseren kunt u de naam van het fysieke net van de busmaster aan de bijbehorende busslave binnen hetzelfde logische net overdragen. De bijbehorende busslaves worden via de eigenschappen Logisch net: Naam en Configuratieproject gevonden en beide waarden moeten voor de busmaster en de busslave overeenstemmen.

  1. Selecteer de gewenste busaansluitingen in de grafische editor of in de PLC-navigator. Of selecteer in de pagina-navigator een of meerdere schemapagina's of het project.
  2. Kies de volgende menuopdrachten: Projectgegevens > PLC > Gegevens voltooien > Namen van de fysieke netten synchroniseren

    Voor de geselecteerde busaansluitingen wordt de waarde van de eigenschap Fysiek net: Naam van de busmaster van het logische net aan de andere busaansluitingen (slaves) binnen hetzelfde logische net overgedragen. Eventueel aanwezige invoeren voor de naam van het fysieke net bij de busaansluitingen worden daarbij door de waarde van de bijbehorende busmaster overschreven.

Tip:

Voor de foutloze export van netwerkstructuren moeten alle busaansluitingen van een fysiek net enkellijnig worden weergegeven en met elkaar verbonden zijn. Via de controleprocedures 004103 en 004104 kunt u controleren of de busmasters en de busslaves dezelfde waarde van de eigenschap Fysiek net: Naam hebben en of alle busaansluitingen van een fysiek net met elkaar verbonden zijn.

Zie ook