U hebt een projectbeheerdatabank geselecteerd. Project > Beheer.
In dit dialoogvenster leest u de projectdirectory's in om meerdere projecten te beheren. Daarbij kunnen de projectdirectory's zich lokaal op uw computer bevinden, of in een netwerk. U kunt projecteigenschappen en de waarden daarvan als filtercriteria gebruiken om bepaalde projecten te vinden. U kunt ook de projecteigenschappen bekijken en bewerken. Voor de projectgegevens, projecteigenschappen en projectinformatie is er in het projectbeheer een weergave- en een bewerkingsmodus.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
In deze vervolgkeuzelijst worden alle beschikbare filters weergegeven. Een geselecteerd filter is automatisch geactiveerd. De invoer "- Niet geactiveerd -" schakelt het filter uit zodat de gegevens ongefilterd worden weergegeven. Met [...] opent u het dialoogvenster Filter. Hier kunt u filters maken, bewerken, verwijderen, kopiëren, exporteren, importeren en beheren.
Het snelmenu van de vervolgkeuzelijst Filter bevat de volgende invoeren:
- Uitschakelen: deze snelmenuopdracht is beschikbaar wanneer er een filter is ingesteld: zet de filterinstelling op de invoer "- Niet geactiveerd -" terug.
- <Filternaam> inschakelen: deze snelmenuopdracht is beschikbaar wanneer de filterinstelling op "- Niet geactiveerd -" is ingesteld: schakelt het laatst actieve filter opnieuw in.
Op deze manier kunt u snel tussen de ongefilterde en een door u gewenste gefilterde weergave schakelen.
In dit veld kunt u door middel van de zogeheten snelinvoer voor een gedefinieerd en geactiveerd filter de waarde van een filtercriterium snel aanpassen.
Mijn werkstation / Ander werkstation / Server:
In deze boomstructuur worden alle geladen directory's en de projecten die daarin zijn opgeslagen, weergegeven. U kunt de weergave met een zelfgedefinieerd filterschema filteren. De volgende pictogrammen geven aan waar de ingelezen directory's zich bevinden:
Pictogram |
Betekenis |
Beschrijving |
---|---|---|
|
Mijn werkstation |
De directory's bevinden zich op het eigen systeem. Ze zijn met een lokaal pad in het projectbeheer geladen, bijvoorbeeld C:\Program Files\EPLAN\EPLAN\Enterprise\6756\Projecten. |
|
Server |
De directory's bevinden zich op een server. Ze zijn via de server geladen, bijvoorbeeld \\Server\EPLAN\Gemeenschappelijke projecten. |
|
Ander werkstation |
De directory's bevinden zich op het systeem van derden. De directory's zijn niet vrijgegeven. Ze zijn met een lokaal pad in het projectbeheer geladen, bijvoorbeeld D:\Program Files\EPLAN\EPLAN\Enterprise\4567\Projecten. |
De geladen projecten worden in alfanumerieke volgorde weergegeven. Geopende projecten worden vet weergegeven. De bestandsextensies en pictogrammen voor projecten geven aan om welk type project het gaat.
Menuopdracht |
Betekenis |
---|---|
Uit projectbeheer verwijderen |
Verwijdert geselecteerde projecten of geselecteerde knooppunten inclusief alle subdirectory's en de projecten die daarin voorkomen uit het projectbeheer. |
Als u een project hebt geselecteerd, bevat het snelmenu nog meer menuopdrachten; deze zijn ook beschikbaar via de menu's onder de knoppen [Organiseren] of [Extra].
Sommige menuopdrachten van dit menu zijn ook beschikbaar in het snelmenu van de boomstructuur.
Menuopdracht |
Betekenis |
---|---|
Openen |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het project in het dialoogvenster Pagina's - <Projectnaam>. De projectnaam wordt in het projectbeheer vet weergegeven. Als u in multi-user-gebruik werkt, kan een project dat op deze manier is geopend door meer gebruikers tegelijkertijd worden bewerkt. |
Openen (exclusief) |
Deze menuopdracht is alleen in het snelmenu beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het project in de bewerkingsmodus "Exclusief" in het dialoogvenster Pagina's - <Projectnaam>. De projectnaam wordt in het projectbeheer vet weergegeven. Het project kan uitsluitend door u worden bewerkt. Als u in multi-user-gebruik werkt, hebben andere gebruikers geen toegang tot een project dat op deze manier is geopend. |
Openen (alleen-lezen) |
Deze menuopdracht is alleen in het snelmenu beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het project in het dialoogvenster Pagina's - <Projectnaam> in de alleen-lezen-modus. De projectnaam wordt in het projectbeheer vet weergegeven. Als u in multi-user-gebruik werkt, kan een project dat op deze manier is geopend door andere gebruikers worden bewerkt. |
Sluiten |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Sluit het project in het dialoogvenster Pagina's - <Projectnaam>. De markering van de projectnaam in het projectbeheer worden teruggezet. |
Verplaatsen |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Directory selecteren. Maakt het mogelijk om een of meerdere projecten naar een andere directory te verplaatsen. |
Hernoemen |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er een project is geselecteerd. Maakt het mogelijk om een project een andere naam te geven. |
Kopiëren |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Project kopiëren. Maakt het mogelijk om een of meerdere projecten te kopiëren. Het (laatst) gekopieerde project wordt vervolgens automatisch in het dialoogvenster Pagina's - <Projectnaam> geopend. |
Verwijderen |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Verwijdert een of meerdere projecten en verplaatst deze naar de Windows-prullenbak. |
Nieuw |
Opent het dialoogvenster Project maken. Hierin kunt u een nieuw project maken. |
Importeren |
Hiermee kunt u een EPLAN-project (*.epj) importeren. Dergelijke projecten hebben het XML-formaat. U kunt de instellingen voor de import definiëren. |
Exporteren |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Directory selecteren waarin u een doeldirectory kunt definiëren. Hiermee kunt u een EPLAN-project als epj-bestand in XML-formaat exporteren. |
Comprimeren |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Project comprimeren. Maakt het mogelijk om projecten te comprimeren. Hierbij kunt u in een schema aangeven in welke omvang het project moet worden gecomprimeerd. |
Reorganiseren |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Maakt het mogelijk om de projectdatabank te reorganiseren. Verwijderde gegevens worden definitief uit de projectdatabank verwijderd. De projectdatabank wordt daarbij verkleind. |
Automatisch verwerken |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Uitvoeren: Automatisch verwerken. Maakt het mogelijk om automatisch een reeks projectacties voor een of meerdere projecten uit te voeren. |
Inpakken |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Pakt een of meerdere projecten in dezelfde directory in. De bestandsextensie *.elk wordt vervangen door *.elp. |
Backuppen |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Projecten backuppen. Maakt het mogelijk om een of meerdere projecten te archiveren, voor externe bewerking veilig op te slaan, of aanvullend op te slaan. |
Terugzetten |
Maakt het mogelijk om projecten die daarvoor veilig zijn opgeslagen, gebackupped, of gearchiveerd weer in het projectbeheer te laden. |
Als e-mail verzenden |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Comprimeert het project. Maakt het mogelijk om het project als e-mail te verzenden. |
Uitpakken |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één ingepakt project is geselecteerd. Maakt het mogelijk om het project uit te pakken. |
Op de volgende tabbladen wordt informatie weergegeven over het project dat in de boomstructuur is geselecteerd:
Dit menu is beschikbaar in de weergavemodus. Om naar de weergavemodus te schakelen, klikt u op [Opslaan]. Sommige menuopdrachten van dit menu zijn ook beschikbaar in het snelmenu van de boomstructuur.
Menuopdracht |
Betekenis |
---|---|
Gegevens actualiseren |
Actualiseert de weergave. Hierbij worden de gegevens in acht genomen die u of een andere gebruiker in de projectbeheerdatabank hebt opgeslagen. Ook worden resultaten uit controleprocedures geactualiseerd. |
Directory laden |
Maakt het mogelijk om directory's en alle projecten die daarin voorkomen, in het projectbeheer in te lezen (te laden). Een directory kan alleen worden geladen als het minimaal één EPLAN-project bevat. |
Projectlijst uitvoeren |
Voert een XML-lijst ProjList.xml uit van de projecten die in het projectbeheer zijn ingelezen. |
Directory bewerken |
Opent de geselecteerde directory op het opslagmedium. |
Projectinformatie laden |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Projectinfobestand selecteren. Maakt het mogelijk om een XML-bestand met projectinformatie in te lezen (te laden). |
Projectstamgegevens actualiseren |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. EPLAN controleert of de systeemstamgegevens actueler zijn dan uw projectstamgegevens. Als dat zo is en als de systeem- en projectstamgegevens compatibel zijn, worden de projectstamgegevens door de systeemstamgegevens overschreven. |
Project controleren |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Project controleren. Met deze menuopdracht kunt u een projectcontrole uitvoeren. Hierbij worden de instellingen en eigenschappen van een vergelijkingsproject met de instellingen en eigenschappen van een uitgangsproject vergeleken. Ook worden er gericht controleprocedures voor het uitgangsproject uitgevoerd. |
Projectinformatie uitvoeren |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Projectinformatie uitvoeren. Hiermee kan de projectinformatie van het geselecteerde project als verkort overzicht of als totaaloverzicht op het beeldscherm worden weergegeven. |
Gebruiker weergeven |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Gebruiker weergeven. Geeft aan welke gebruikers het geselecteerde project momenteel bewerken. |
Basisproject maken |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Basisproject maken. Maakt het mogelijk om een EPLAN-basisproject (*.zw9) te maken. Basisprojecten zijn sjablonen met gegevens waarmee het nieuwe project wordt gemaakt. |
Projectsjabloon maken |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er minimaal één project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Projectsjabloon maken. Maakt het mogelijk om een EPLAN-projectsjabloon (*.ept) te maken. Projectsjablonen zijn sjablonen met gegevens waarmee het nieuwe project wordt gemaakt. |
Klantgegevens inlezen > Engineer |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er een project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Adres selecteren. Maakt het mogelijk om klantgegevens uit het artikelbeheer in de projecteigenschappen in te lezen. Hierbij worden de adresgegevens van de beheergroep "Fabrikant / leverancier" in de eigenschapsgroep "Engineer" ingelezen. De ingelezen gegevens worden op het tabblad Eigenschappen weergegeven. |
Klantgegevens inlezen > Klant |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er een project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Adres selecteren. Maakt het mogelijk om klantgegevens uit het artikelbeheer in de projecteigenschappen in te lezen. Hierbij worden de adresgegevens van de beheergroep "Klant" in de eigenschapsgroep "Klant" ingelezen. De ingelezen gegevens worden op het tabblad Eigenschappen weergegeven. |
Klantgegevens inlezen > Eindklant |
Deze menuopdracht is beschikbaar als er een project is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Adres selecteren. Maakt het mogelijk om klantgegevens uit het artikelbeheer in de projecteigenschappen in te lezen. Hierbij worden de adresgegevens van de beheergroep "Klant" in de eigenschapsgroep "Eindklant" ingelezen. De ingelezen gegevens worden op het tabblad Eigenschappen weergegeven. |
Tip:
Wanneer u in de boomstructuur van het projectbeheer een directory selecteert, selecteert u daarmee alle projecten die zich in die directory bevinden. In dat geval zijn de meeste van de menuopdrachten beschikbaar die zich onder de knoppen [Organiseren] en [Extra] bevinden. Daardoor kunt u alle projecten onder één directory gemeenschappelijk (automatisch) verwerken.
Klik op deze knop om naar de bewerkingsmodus te schakelen. In de bewerkingsmodus kunt u de inhoud op de tabbladen Eigenschappen en Structuur bewerken.
Klik op deze knop om wijzigingen en actualiseringen op de tabbladen Eigenschappen, Statistiek, Structuur en Status in de projectbeheerdatabank op te slaan. Het projectbeheer schakelt naar de weergavemodus.
Zie ook
Project openen (projectbeheer)