Als u een project zonder projectbeheerdatabank bewerkt, kunt u de projecteigenschappen in de pagina-navigator via de snelmenuopdracht Eigenschappen toevoegen en verwijderen.
Als u met een projectdatabank werkt, kunt u de projecteigenschappen eveneens in de pagina-navigator toevoegen en verwijderen. De wijzigingen worden in de projectbeheerdatabank overgenomen en kunnen in het projectbeheer verder worden bewerkt.
Voorwaarden:
- U hebt een projectbeheerdatabank geselecteerd.
- U hebt directory's en projecten ingelezen.
Bewerkingsmodus activeren
- Kies de volgende menuopdrachten: Project > Beheer
- Selecteer het gewenste project in de boomstructuur in het dialoogvenster Projectbeheer en kies het tabblad Eigenschappen.
De inhoud wordt in de weergavemodus weergegeven. - Om naar de bewerkingsmodus te schakelen, klikt u op [Bewerken].
Projecteigenschappen toevoegen
- Om het aantal weergegeven en selecteerbare eigenschappen te beperken, kiest u een invoer op het tabblad Eigenschappen in de vervolgkeuzelijst Categorie.
- Klik op (Nieuw).
- Selecteer een of meerdere eigenschappen in het dialoogvenster Eigenschapselectie.
- Klik op [OK].
De eigenschappen worden overgedragen aan het tabblad Eigenschappen. Eigenschappen waarvan de waarden automatisch gegenereerde invoeren bevatten, worden grijs weergegeven en kunnen hier niet worden gewijzigd. - Om de waarde van een eigenschap te bewerken, klikt u in de kolom Waarde en geeft u de waarde op.
- Klik op [Opslaan].
Projecteigenschappen verwijderen
- Kies het tabblad Eigenschappen.
- Selecteer een of meerdere eigenschappen in de kolom Eigenschapsnaam.
- Klik op (Verwijderen).
- Klik op [Opslaan].
Zie ook