Apparaatdefinities (typen) zijn de centrale elementen voor het werken met apparaten. Ze bestaan uit een lijst met elementen, de zogeheten functiesjablonen, die een groot aantal minimaal identificerende functie-eigenschappen bevatten.
Voor functiesjablonen zijn de volgende eigenschappen beschikbaar:
- Functiedefinitie
- Aansluitcode (bijvoorbeeld 13Pi14)
- Klemmencode (bijvoorbeeld 001)
- Index 1 (bijvoorbeeld 0-9 etc.)
- Index 2 (bijvoorbeeld 0-9 etc.)
- Technische waarden (bijvoorbeeld 400V).
Overlappings- en overschrijfgedrag van functies en functiesjablonen
Bij het overlappen van eigenschappen moet rekening worden gehouden met het volgende: als de eigenschap van een sjabloon een waarde bevat, moet de functie precies dezelfde waarde hebben om de functiesjabloon te kunnen overlappen. Als de functie een lege eigenschap bevat, past deze functie dus alleen bij de functiesjabloon als bij deze functiesjabloon dezelfde eigenschap ook leeg is! Lege eigenschappen in de functiesjabloon passen echter bij alle waarden van de functie.
Dit gedrag wordt aan de hand van het volgende voorbeeld verduidelijkt:
|
Sjabloon |
Sjabloon |
Sjabloon |
---|---|---|---|
Functie
|
Passen bij elkaar |
Passen niet bij elkaar |
Passen niet bij elkaar |
Functie
|
Passen bij elkaar |
Passen bij elkaar |
Passen niet bij elkaar |
Functie
|
Passen bij elkaar |
Passen niet bij elkaar |
Passen bij elkaar |
Bij het overschrijven (bijvoorbeeld bij de apparaatselectie) moet rekening worden gehouden met het volgende: als een eigenschap van een sjabloon een waarde heeft, wordt deze waarde ook overgenomen in de functie. Als een eigenschap van de sjabloon leeg is, wordt de betreffende eigenschap van de functie bij het overschrijven niet gewijzigd!
Bijzonderheid bij kabels / kabelverbindingen
Het potentiaaltype bij verbindingen wordt anders behandeld dan de hierboven aangegeven procedure. Hier geldt: als de sjabloon of de functie het potentiaaltype "PE", "PEN" of "SH" heeft, moet ook de tegenpool precies dit potentiaaltype hebben.
Als het potentiaaltype bij de functie en de sjabloon noch "PE" / "PEN" noch "SH" is, passen de sjabloon en de functie altijd bij elkaar, zelfs als het potentiaaltype niet hetzelfde is.