Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Bruggen maken

Bruggen kunnen op verschillende manieren worden gemaakt. U kunt bij het verbindingsdefinitiepunt handmatig een brug maken door daar het brugtype van de verbinding te definiëren. Zo kunt u bijvoorbeeld ook een inlegbrug of een draadbrug definiëren.

U kunt echter ook aangeven of er tussen de klemmen van een klemmenstrook draadbruggen of vaste bruggen moeten worden gebruikt. Vaste bruggen kunnen daarbij ook automatisch worden gegenereerd.

Voorwaarden:

De verschillende mogelijkheden voor het maken van bruggen worden hierna aan de hand van een voorbeeld uitgelegd. Op een schemapagina zijn drie klemmen via twee hoeken en een T-stuk met elkaar verbonden.

Bruggen via de verbindingsdefinitie definiëren

  1. Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Verbindingen > Navigator.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Verbindingen - <Projectnaam> de verbinding tussen de eerste en de tweede klem.
  3. Kies de snelmenuopdracht Eigenschappen.
  4. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen <...> op het tabblad Verbinding naast het veld Functiedefinitie op [...].
  5. Selecteer in uitgevouwen boomstructuur van het dialoogvenster Functiedefinities de verbindingsdefinitie "Inlegbrug".
  6. Klik op [OK].
  7. Selecteer in de verbindingen-navigator de verbinding tussen de tweede en derde klem en kies nu als verbindingsdefinitiepunt "Draadbrug".
  8. Klik op [OK].

    In het schema wordt ook deze verbinding van een verbindingsdefinitiepunt voorzien.
  9. Selecteer de eerste klem in het schema en kies de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Bewerken.

    In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken worden rode brugafbeeldingen weergegeven. In de kolom Vaste bruggen (intern) wordt tussen de eerste en de tweede klem een vaste brug en in de kolom Bruggen (intern) tussen de tweede en de derde klem een draadbrug weergegeven.

Klemmen via draadbruggen verbinden

  1. Selecteer de eerste klem van de klemmenstrook en kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Klem.
  2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Vaste brug de invoer "Geen automatische brug".
  3. Klik op [OK].
  4. Doe dit ook voor de tweede en de derde klem.
  5. Selecteer de eerste klem in het schema en kies de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Bewerken.

    In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken wordt in de kolom Bruggen (intern) een rode brugafbeelding weergegeven, die de drie klemmen van de geselecteerde klemmenstrook met elkaar verbindt.

Klemmen via vaste bruggen verbinden

  1. Selecteer de eerste klem van de klemmenstrook en kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Klem.
  2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Vaste brug de invoer "Automatisch". (Deze invoer is standaard vooringesteld.)
  3. Klik op [OK].
  4. Doe dit ook voor de tweede en de derde klem.
  5. Selecteer de eerste klem in het schema en kies de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Bewerken.

    In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken wordt in de kolom Vaste bruggen (intern) een rode brugafbeelding weergegeven, die de drie klemmen van de geselecteerde klemmenstrook met elkaar verbindt.

Tip:

In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken kunt u via speciale knoppen handmatige vaste bruggen genereren of verwijderen. De vaste bruggen kunnen apart voor interne en externe vaste brug-aansluitingen worden gegenereerd.

Klemmen via vaste schakelbare bruggen verbinden

Een schakelbare brug verbindt een klem schakelbaar met de volgende klem. Via de eigenschappen Schakelbare brug (extern) en Schakelbare brug (intern) kunnen schakelbare bruggen afzonderlijk voor de interne en externe zijde van de klem worden gedefinieerd. De wijze waarop externe schakelbare bruggen worden gemaakt, wordt hier aan de hand van een voorbeeld toegelicht.

  1. Selecteer de eerste klem van de klemmenstrook en kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Klem.
  2. Selecteer in de lijst met eigenschappen de eigenschap Schakelbare brug (extern) en selecteer in de kolom Waarde uit de vervolgkeuzelijst de invoer "Gesloten". (Als deze eigenschap nog niet in de lijst voorkomt, moet u deze met de knop (Nieuw) toevoegen.)
  3. Klik op [OK].

    Er wordt van de eerste naar de tweede klem een externe schakelbare brug gegenereerd.
  4. Doe dit ook voor de tweede klem met dezelfde invoer.

    Er wordt van de tweede naar de derde klem een externe schakelbare brug gegenereerd.
  5. Selecteer de eerste klem in het schema en kies de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Bewerken.

    In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken wordt de ingestelde waarde voor de schakelbare bruggen in de kolom Schakelbare brug (extern) weergegeven.

Zie ook