Op dit tabblad definieert u de speciale instellingen voor de DXF- / DWG-import.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Startdirectory:

Geef hier de startdirectory voor de import op, of selecteer deze interactief via [...].

Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen.

Toewijzing aan EPLAN-pagina's:

De DXF- / DWG-bestanden worden gesorteerd in de volgorde waarin de bestanden uit het bestandselectiedialoogvenster worden overgenomen. Deze volgorde kunt u wijzigen via de opties Numeriek of Alfanumeriek:

• Numeriek: de bestanden worden numeriek op bestandsnaam gesorteerd. Alle bestanden waarvan de namen niet numeriek zijn, worden in alfanumerieke volgorde aan de numerieke sortering toegevoegd.
• Alfanumeriek: de DXF- / DWG-bestanden worden op bestandsnaam alfanumeriek (ASCII) gesorteerd.

Pagina's genereren:

Geef in dit groepsveld de volgende waarden op:

• Startpagina: geef in dit veld het paginanummer op waaronder de geïmporteerde pagina in de pagina-navigator van het project moet worden gegenereerd, minimaal 1, maximaal 99.999.
• Stapgrootte: als u meer dan een bestand importeert, kunt u hier de stapgrootte voor de paginanummers opgeven.

Bevroren layers negeren:

Met dit selectievakje stuurt u het gedrag van de import, wanneer er zich in het te importeren DXF- / DWG-bestand layers bevinden die in AutoCAD de instelling "Bevroren" hebben. In AutoCAD zijn de elementen op deze layers (niveaus) onzichtbaar en kunnen niet worden bewerkt.

Als het selectievakje is ingeschakeld, worden de elementen op deze layers niet geïmporteerd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de elementen op de bevroren layers weliswaar geïmporteerd, maar zijn de bijbehorende layers in EPLAN standaard onzichtbaar en voor bewerking vergrendeld.

---

Groepsveld Schaal

In dit groepsveld kunt u instellingen definiëren waarmee u het tekeningformaat bij de import kunt beïnvloeden:

Schaaldialoogvenster:

Als u de automatisch bepaalde tekeningsgrenzen wilt nabewerken, kiest u deze optie. Het groepsveld Tekeningsgrenzen bepalen wordt dan actief. U moet vervolgens aangeven op welke basis de tekeningsgrenzen standaard moeten worden bepaald. De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar:

• Van tekeningkop: de tekeningsgrenzen worden bepaald uit de tekeningkop.
• Van tekeningcoördinaten: de coördinaten van de gehele tekening worden gecontroleerd en de kleinste en grootste gevonden coördinaten worden automatisch als tekeningsgrenzen overgenomen.
• Van grootste tekeningelement: de tekeningsgrenzen worden bepaald uit de tekeningkop. Vervolgens worden de coördinaten van de gehele tekening gecontroleerd en worden automatisch de waarden van het grootste tekeningselement overgenomen.

Vaste schaal:

Kies deze optie als een automatische correctie moet worden uitgevoerd gebaseerd op de waarden in een van de volgende velden:

• Horizontale / Verticale schaal: in deze velden definieert u de horizontale en verticale schaalfactor voor de tekening. Geef hier de gewenste decimaalwaarde op. De standaardinstelling is "1".
• Horizontale / Verticale positie: in deze velden definieert u de coördinaten van de linker onderhoek van de tekening. Geef hier de gewenste decimaalwaarde op. De standaardinstelling is "0,00".

Paginaschaal aanpassen:

Schakel dit selectievakje in wanneer u DXF- / DWG-schema's met een zeer grote omvang (schema's van hallen, terreinen etc.) wilt importeren. Om ervoor te zorgen dat ook bij dergelijke tekeningen de juiste lijndiktes en bematingen worden gegenereerd, wordt de DXF- / DWG-import als volgt aangepast:

• De tekeningen worden zonder verschaling met een schaal van 1:1 geïmporteerd.
• De inhoud van de tekening wordt in het EPLAN-plotkader na de import in het midden gecentreerd.
• De paginaschaal van de gegenereerde EPLAN-pagina wordt automatisch aan het tekeningformaat aangepast.

Zie ook

Dialoogvenster Instellingen: DXF- / DWG-export en -import

Dialoogvenster Importformatteringen