Toepassing

Gebruikersinterface / Bediening

Het gebruik van een apparaat wordt als een zogeheten "toepassing" aangeduid. Elke toepassing bezit een eigen set veiligheidsgerelateerde waarden (zie Veiligheidsgerelateerde waarden). Dat betekent dat, afhankelijk van de wijze waarop een apparaat wordt gebruikt, verschillende veiligheidsgerelateerde waarden moeten worden gehanteerd. Door een apparaat op verschillende manieren te gebruiken, kunnen verschillende toepassingen ontstaan. Zo kan een aandrijving bijvoorbeeld met en zonder rem worden gebruikt; beide toepassingen hebben dan verschillende veiligheidsgerelateerde waarden.