Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Actie: backup


Parameter

Beschrijving

TYPE

Het opdrachttype dat moet worden uitgevoerd:
PROJECT: het gehele project backuppen
MASTERDATA: de stamgegevens backuppen

PROJECTNAME 

Projectnaam met volledig bestandspad (optioneel).
Zonder invoer wordt het geselecteerde project gebruikt als de actie via de gebruikersinterface (bijvoorbeeld via een script of de werkbalk) wordt opgeroepen. Bij de oproep in de Windows-opdrachtregel moet PROJECTNAME worden gedefinieerd of moet er eerst ProjectAction worden gebruikt. Anders verschijnt er een systeemmelding.

ARCHIVENAME 

Archiefnaam.
Naam van het bestand waarin de backup-gegevens moeten worden opgeslagen (zonder padaanduiding).

DESTINATIONPATH

Doeldirectory

COMMENT

Opmerking bij de backup (optioneel).
De opmerking wordt als string in de betreffende eigenschap van het gebackupte project geschreven.
Standaard waarde: betreffende eigenschap is niet gedefinieerd.

BACKUPMEDIA 

Type backup:
EMAIL: het project wordt via e-mail verzonden.
DISK: het project wordt op een harde schijf, diskette etc. opgeslagen.

SPLITSIZE

Als het te backuppen project moet worden ingepakt (gezipt), kan het doelbestand automatisch in meerdere delen worden gesplitst zodat deze via e-mail kunnen worden verzonden. SPLITSIZE geeft de maximale bestandsgrootte in MB aan. Als SPLITSIZE = 0 is, wordt het bestand niet gesplitst. Als de parameter BACKUPMEDIA = DISK is, wordt SPLITSIZE genegeerd. De parameter is optioneel (standaardwaarde: 0.0).

BACKUPAMOUNT 

Een enum-constante, die de volgende waarden kan aannemen:
BACKUPAMOUNT_ALL: de complete inhoud van de projectdirectory wordt gebackupt.
BACKUPAMOUNT_MIN: alleen de databankbestanden die vereist zijn om het project te herstellen, worden gebackupt; redundante databankbestanden worden genegeerd.
Standaard waarde: BACKUPAMOUNT_ALL.

COMPRESSPRJ 

Geeft aan of de databank voorafgaand aan het backuppen moet worden gecomprimeerd (optioneel, 0 = nee , 1 = ja).
Standaard waarde: 0

INCLEXTDOCS 

Geeft aan of externe documenten in de backup moeten worden opgenomen (optioneel, 0 = nee , 1 = ja).
Standaard waarde: 0

INCLIMAGES 

Geeft aan of afbeeldingsbestanden in de backup moeten worden opgenomen (optioneel, 0 = nee , 1 = ja).
Standaard waarde: 0

COPYREFDATA

Geeft aan of de gegevens waarnaar wordt verwezen (externe documenten, afbeeldingsbestanden) voorafgaand aan de backup naar de dienovereenkomstige projectdirectory (...\"Projectnaam"\DOC\*.* en ...\"Projectnaam"\Images\*.*) worden gekopieerd (optioneel, 0 = nee, 1 = ja).
Standaard waarde: 0
Geldt alleen als de parameter TYPE de volgende waarde heeft: PROJECT.

BACKUPMETHOD 

Type backup:
BACKUP: er wordt een backup van het project gemaakt
PACK: het project wordt ingepakt
SOURCEOUT: het project wordt veilig opgeslagen
ARCHIVE: project wordt gearchiveerd. Mag niet worden opgegeven als de parameter BACKUPMEDIA = EMAIL is.

MDTYPE 

Type stamgegevens die worden gebackupt:
SYMBOLS: Symboolbibliotheken
MACROS: Macro's
FORMS: Formulieren
ARTICLES: Artikelgegevens
LANGUAGES: Woordenboeken
STANDARDSHEET: Plotkaders
STATIONDATA: Gebruikers-, stationsgegevens

SOURCEPATH 

Brondirectory, geldt alleen bij het backuppen van stamgegevens.

FILENAME 

De naam van het bestand dat wordt gebackupt.
De bestandsnaam kan met of zonder het volledige pad worden aangegeven.
De bestandsextensie moet worden aangegeven.
Bestandsextensies met tijdelijke aanduidingen zijn ook mogelijk (voorbeeld: /FILENAME:*.fn1, /FILENAME:*.*, /FILENAME:*sh).
Dit geldt alleen voor het backuppen van stamgegevens.