Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Actie: generate


Parameter

Beschrijving

TYPE

Het taaktype om de actie uit te voeren:
CONNECTIONS: verbindingsgenerering
CABLES: kabelgenerering

PROJECTNAME

Projectnaam met volledig bestandspad (optioneel).
Zonder invoer wordt het geselecteerde project gebruikt als de actie via de gebruikersinterface (bijvoorbeeld via een script of de werkbalk) wordt opgeroepen. Bij de oproep in de Windows-opdrachtregel moet PROJECTNAME worden gedefinieerd of moet er eerst ProjectAction worden gebruikt. Anders verschijnt er een systeemmelding.

CREATIONSCHEME 

Naam van het schema, voor de kabelgenerering (optioneel).
Standaard waarde: laatst gebruikte schema.
Geldt alleen voor de kabelgenerering.

NUMBERINGSCHEME 

Naam van het schema, voor de kabelnummering (optioneel).
Standaard waarde: laatste schema.
Geldt alleen voor de kabelgenerering.

AUTOSELECTSCHEME 

Naam van het schema, voor de automatische kabelselectie (optioneel).
Standaard waarde: laatste schema.
Geldt alleen voor de kabelgenerering.

REGENERATECONNS 

Geeft aan of verbindingen eerst opnieuw moeten worden gegenereerd (optioneel, 0 = nee , 1 = ja).
Standaard waarde: 1
Geldt alleen voor de kabelgenerering.

KEEPOLDNAMES 

Geeft aan of bestaande kabelnamen behouden moeten blijven (optioneel, 0 = nee , 1 = ja).
Standaard waarde: 1
Geldt alleen voor de kabelgenerering.

STARTVALUE 

De startwaarde voor de teller van de ODC (optioneel).
Standaard waarde: 1
Geldt alleen voor de kabelgenerering.

STEPVALUE 

Stapgrootte; de waarde waarmee de teller van de ODC wordt verhoogd (optioneel). Standaard waarde: 1
Geldt alleen voor de kabelgenerering.

ONLYAUTOCABLES 

Geeft aan of de kabelselectie alleen voor automatisch gegenereerde kabels moet plaatsvinden (optioneel, 0 = nee, 1 = ja).
Standaard waarde: 1
Geldt alleen voor de kabelgenerering.

REBUILDALLCONNECTIONS

Als de waarde 1 is, worden alle verbindingen opnieuw opgebouwd. Anders wordt er alleen geactualiseerd.

PAGENAME

Naam van de te actualiseren pagina (optioneel). Deze parameter werkt alleen als de parameter TYPE de volgende waarde heeft: CONNECTIONS.

USEPAGEFILTER

Bepaalt of alleen gefilterde pagina's of alle projectpagina's moeten worden gebruikt (optioneel). Komt overeen met het activeren van het filter in de gebruikersinterface. Deze parameter werkt alleen als de parameter TYPE de volgende waarde heeft: CONNECTIONS.
Standaard waarde: 0

PAGEFILTERNAME

Naam van het paginafilter. Er worden op de pagina's alleen verbindingen geactualiseerd die door het filter met de naam PAGEFILTERNAME worden gefilterd. Deze parameter werkt alleen als de parameter TYPE de volgende waarde heeft: CONNECTIONS.

PAGENAMEn

Namen van de pagina's waarvan de verbindingen moeten worden geactualiseerd (optioneel). Daarbij staat n voor een nummer, bijvoorbeeld /PAGENAME1:=EB3+ET1/2 /PAGENAME2:=EB3+ET1/4 /PAGENAME3:=EB3+ET1/7 etc. Deze parameters werken alleen als de parameter TYPE de volgende waarde heeft: CONNECTIONS.

SELn

Object-ID van de pagina's waarvan de verbindingen moeten worden geactualiseerd (optioneel). Daarbij is n een nummer, bijv. /SEL1:38/4/12/0. Alternatief voor PAGENAMEn. Deze parameter werkt alleen als de parameter TYPE de volgende waarde heeft: CONNECTIONS.