U hebt een project geopend.
- U hebt een project in de pagina-navigator geselecteerd. Project > Backup > Project.
- U hebt het projectbeheer ingesteld en in de boomstructuur van het projectbeheer minimaal één project geselecteerd. Kies de snelmenuopdracht Backup.
- Opties > Instellingen > Gebruiker > Backup > Standaardinstellingen > Projecten
In dit dialoogvenster definieert u hoe en waarheen de geselecteerde projecten moeten worden gebackupt.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
In deze lijst worden de projecten weergegeven die voor de backup zijn geselecteerd.
In dit veld kunt u een beschrijvende tekst opgeven (bijvoorbeeld informatie over de opslagplaats), die met het project wordt opgeslagen en in EPLAN bij het backuppen en terugzetten wordt weergegeven.
Definieer hier op welke wijze het project wordt gebackupt. De instellingen bepalen of het bronproject verder kan worden bewerkt en welk formaat de backup-bestanden hebben.
- Aanvullend opslaan: het project wordt op een ander opslagmedium gebackupt. Er kunnen ook meerdere projecten zijn geselecteerd, die vervolgens na elkaar worden opgeslagen. Een meervoudige selectie van projecten is in de boomweergave van het projectbeheer mogelijk. Het *.elk-project blijft in dezelfde directory bewaard. Bovendien wordt er in de geselecteerde backup-directory een backup-bestand *.zw1 gegenereerd.
- Veilig opslaan voor externe bewerking: het project wordt op een ander opslagmedium gebackupt en het bronproject wordt tegen schrijven beveiligd. Alle gegevens van het veilig opgeslagen project blijven op de oorspronkelijke harde schijf staan. Het *.elk-project wordt in dezelfde directory een *.els-project. Bovendien wordt er in de geselecteerde backup-directory een backup-bestand *.zw1 gegenereerd.
- Archiveren: het project wordt op een ander opslagmedium gebackupt en het bronproject (behalve het informatiebestand) wordt van de harde schijf verwijderd. Het *.elk-project wordt in dezelfde directory een *.ela-project. Bovendien wordt er in de geselecteerde backup-directory een backup-bestand *.zw1 gegenereerd.
Hier definieert u de naam van het backup-bestand. Standaard wordt de projectnaam gebruikt. Met [...] opent u het dialoogvenster Backup-bestand selecteren waarin u de gewenste directory kunt selecteren of een nieuwe directory kunt maken.
Als het project zich in de projectdirectory of in een andere directory dan de projectdirectory bevindt, wordt de projectnaam automatisch voorgesteld. Als het project zich in een subdirectory van de projectdirectory bevindt, wordt in de vervolgkeuzelijst eerst de projectnaam voorgesteld en daarna het bestandspad onder de projectdirectory (gescheiden door punten) en de projectnaam.
Als er meerdere projecten worden gebackupt, kan dit veld niet worden bewerkt en wordt als backup-naam de betreffende projectnaam gebruikt.
De bestandsnaam inclusief het bestandspad kan maximaal 260 tekens bevatten.
Hier definieert u of het project op een opslagmedium (harde schijf, verwisselbaar medium etc.) wordt gebackupt of dat het project via e-mail wordt verzonden. De bestandsnaam wordt bij het backuppen automatisch toegekend en kan niet worden gewijzigd.
- Opslagmedium: als deze optie is gekozen, wordt het project op een opslagmedium gebackupt.
In het veld Backup-directory geeft u de opslagplaats op. U kunt als doel van de backup elk gewenst station en subdirectory opgeven. Als u in het veld Backup-bestandsnaam een directory hebt geselecteerd, wordt deze directory hier weergegeven.
Met [...] opent u het dialoogvenster Directory selecteren waarin u de gewenste directory kunt selecteren of een nieuwe directory kunt maken.
Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen. - E-mail: als deze optie is gekozen, wordt het project via e-mail verzonden. U kunt slechts één project per keer via e-mail verzenden. Nadat u de functie hebt opgeroepen, wordt het project met het interne inpakprogramma ingepakt en wordt het ingestelde e-mailprogramma opgeroepen.
In de vervolgkeuzelijst Deelgrootte selecteert u de maximum grootte voor een individueel e-mailbestand. Mogelijk waarden zijn 1 MB tot 10 MB in stappen van 1 MB of "Onbegrensd". Er wordt dan automatisch het aantal e-mailbestanden gegenereerd dat nodig is om alle delen te verzenden. Als onderwerp wordt bij alle delen de tekst: "<Projectnaam> n/m" ingevoerd. Daarbij is "n" het nummer van het afzonderlijke e-mailbestand en "m" het totale aantal bestanden.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat om e-mails te kunnen verzenden op uw computer een MAPI-gebaseerde e-mail client moet zijn geïnstalleerd en ingesteld. Daarom kan de mail-app van Windows 8® niet worden gebruikt.
Opties:
Hier definieert u de eigenlijke omvang van de project-backup.
- Gehele project backuppen: als dit selectievakje is ingeschakeld, worden alle bestanden in de projectdirectory gebackupt. Daartoe behoren ook bestanden die redundante informatie bevatten en die worden gebruikt om projectgegevens sneller te kunnen benaderen. Het backup-bestand wordt daardoor wat groter, maar het project kan sneller worden teruggezet.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden alleen de gegevens gebackupt die echt noodzakelijk zijn. Bestanden die alleen worden gebruikt om projectgegevens snel te kunnen benaderen, worden niet gebackupt. Deze worden bij het terugzetten van het project opnieuw gegenereerd.
De opgeslagen stamgegevens worden bij de backup meegenomen, ongeacht of het selectievakje al dan niet is ingeschakeld. Externe documenten en afbeeldingsbestanden worden alleen gebackupt als de betreffende selectievakjes zijn ingeschakeld. - Verwezen gegevens kopiëren: als dit selectievakje is ingeschakeld, worden verwezen externe documenten en afbeeldingsbestanden in het project opgeslagen. De betreffende bestanden worden in de subdirectory's ...\<Projectnaam>\DOC\*.* en ...\<Projectnaam>\Images\*.* gekopieerd. Om deze gegevens te backuppen, moeten ook de selectievakjes Opgeslagen externe documenten backuppen en / of Opgeslagen afbeeldingsbestanden backuppen of het selectievakje Gehele project backuppen zijn ingeschakeld.
- Opgeslagen externe documenten backuppen: als dit selectievakje is ingeschakeld, worden externe documenten die in het project zijn opgeslagen en die zich in de subdirectory ...\<Projectnaam>\DOC\*.* bevinden, samen met het project gebackupt.
- Opgeslagen afbeeldingsbestanden backuppen: als dit selectievakje is ingeschakeld, worden opgeslagen afbeeldingsbestanden die in het project zijn opgeslagen en die zich in de subdirectory ...\<Projectnaam>\Images\*.* bevinden, samen met het project gebackupt.
Opent het dialoogvenster Externe bestanden naar het project kopiëren. In dit dialoogvenster kunt u afbeeldingsbestanden en externe documenten waarnaar in het project of in de bijbehorende stamgegevens wordt verwezen, in het huidige project kopiëren.
Opmerking:
Alle instellingen worden bij het betreffende project opgeslagen en worden aangeboden als er opnieuw een backup wordt gestart. De in de gebruikersinstellingen gedefinieerde voorinstellingen worden alleen gebruikt wanneer een project voor het eerst wordt gebackupt, omdat er in dat geval nog geen projectspecifieke instellingen beschikbaar zijn.
Zie ook