Een apparaatkast geeft een fysiek onderdeel weer dat is opgebouwd uit meerdere componenten die alle binnen de rechthoek van de apparaatkast liggen. Een voorbeeld hiervan is de weergave van een voeding. Als een apparaatkast wordt gemaakt, wordt hieraan een eigen ODC toegewezen.
Voorwaarde:
U hebt een project geopend en u bevindt zich op een schemapagina in de grafische editor.
- Invoegen > Kast / aansluiting / montageplaat > Apparaatkast
- Teken de rechthoek die de kast weergeeft.
- Geef de onderdeelgegevens in het apparaatspecifieke dialoogvenster Eigenschappen op.
- Klik op [OK].
De apparaatkasten worden met alle eigenschappen in het project overgenomen.
Opmerking:
Als de rastersnap is ingeschakeld (Opties > Rastersnap), ligt de nieuw getekende apparaatkast precies op het raster waarop deze is geplaatst. Als de rastersnap is uitgeschakeld, kan de kast ook overal naast het raster worden getekend.
Tip:
Apparaatkasten kunnen met behulp van de symbolen DC2 of DCF2 ook als polylijnen worden getekend. Selecteer daartoe het symbool in het dialoogvenster Symboolselectie en definieer het beginpunt van de kast door met de linkermuisknop in het schema te klikken. Als u alle overige punten hebt gedefinieerd, sluit u de actie af via de snelmenuopdracht Polylijn afsluiten.
Zie ook