Bij het automatisch genereren van kabels worden vrije kabelverbindingen aan een bestaande, geschikte kabel toegekend. Als er geen geschikte kabel wordt gevonden, genereert EPLAN een nieuwe kabel-ODC. Bij de betreffende verbinding wordt automatisch een verbindingsdefinitiepunt geplaatst en wordt daar de ODC van de kabel ingevoerd.
Na het genereren worden de kabels automatisch genummerd en wordt er een kabelselectie uitgevoerd. Of dit alleen voor de nieuw gegenereerde of voor alle kabels plaatsvindt, hangt af van de instellingen. Dit resulteert in volledig gecodeerde kabels die van artikelen zijn voorzien.
Voorwaarden:
- U hebt verbindingen, of objecten die verbindingen bevatten, in de grafische editor of in een navigator geselecteerd.
- Bij de verbindingen is voor de eigenschap Verbinding: Verbondenheid de waarde "Kabel" ingesteld. (Deze kan worden ingesteld in het eigenschappendialoogvenster van de verbinding of via een verbindingsdefinitiepunt.) Of minimaal één bronaansluiting van de aangesloten functies heeft de eigenschap Kabelaansluiting (in te stellen in de aansluitlogica).
- De verbindingen zijn actueel gegenereerd (Projectgegevens > Verbindingen > Actualiseren). Actualiseer vervolgens het beeld via Beeld > Vernieuwen.
- Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Kabels > Kabels automatisch genereren.
- In het dialoogvenster Kabels automatisch genereren definieert u de instellingen volgens welke kabels automatisch worden gegenereerd. Selecteer in de groepsvelden Kabelgenerering, Kabelnummering en Automatische kabelselectie de betreffende schema's.
- Schakel het selectievakje Alleen automatisch gegenereerde of benoemde kabels in om de kabelselectie alleen voor automatisch gegenereerde kabels uit te voeren. Anders wordt ook rekening gehouden met handmatig gegenereerde kabels.
- Klik op [OK].
In het schema worden kabeldefinitielijnen en verbindingsdefinitiepunten gegenereerd. Er wordt slechts één kabeldefinitielijn en één verbindingsdefinitiepunt bij de grafisch eerste verbinding van een kabel geplaatst. Bij alle overige verbindingen worden verbindingsdefinitiepunten geplaatst die dezelfde ODC hebben.
Als een kabeldefinitielijn zonder naam door de automatische procedure een naam krijgt, wordt deze als "automatisch toegekend" aangeduid (eigenschap Naam automatisch toekennen). Automatisch toegekende namen worden bij de volgende automatische procedure verwijderd en door een nieuwe naam vervangen; handmatig toegekende namen blijven behouden.
Opmerkingen:
- Bij het automatisch genereren van kabels worden alleen verbindingen in acht genomen waarbij voor de eigenschap Verbinding: Verbondenheid de waarde "Kabel" is ingesteld en die geen Volledige ODC hebben. Dat kunnen ook kabelverbindingen zijn die al bij een bestaande kabel horen. In dat geval worden verbindingsdefinitiepunten geplaatst die direct de juiste ODC krijgen.
- Afschermingen worden niet automatisch gegenereerd.
- Bij verbindingen waarbij minimaal één doel uit een grafische of externe functie bestaat, wordt niet automatisch een kabel gegenereerd.
- Kabeldefinitielijnen worden op een aparte layer geplaatst, maar verbindingsdefinitiepunten niet.
Automatisch gegenereerde kabels wijzigen in handmatig gegenereerde kabels
Bij de automatisch getekende kabeldefinitielijnen en verbindingsdefinitiepunten wordt de eigenschap Automatisch gegenereerd geplaatst. De objecten die zo zijn gemarkeerd, worden telkens als de kabel opnieuw wordt gegenereerd eerst verwijderd. Daarna worden de betreffende verbindingen opnieuw gegenereerd en worden nieuwe kabeldefinitielijnen en verbindingsdefinitiepunten getekend.
Automatisch gegenereerde kabels en verbindingsdefinitiepunten kunnen worden omgezet in handmatig gegenereerde kabels en verbindingsdefinitiepunten.
- Selecteer de kabel in de grafische editor, of selecteer de pagina's of een project in de pagina-navigator.
- Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Kabels > Automatisch -> handmatig.
Bij de geselecteerde kabels wordt de eigenschap Automatisch gegenereerd teruggezet. De kabels worden dan als handmatig gegenereerde kabels beschouwd en worden bij nieuwe automatische bewerkingen niet gewijzigd.
Tip:
Om individuele kabels om te zetten in handmatig gegenereerde kabels, opent u het dialoogvenster Eigenschappen <...> (bijvoorbeeld door te dubbelklikken op de kabel). Schakel op het tabblad Kabels het selectievakje van de eigenschap Automatisch gegenereerd uit.
Zie ook
Automatisch gegenereerde kabels