Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Topologie-functies

Een topologie-functie is een normale functie met het weergavetype "Topologie". Voor de weergave van topologie-functies zijn er aanvullende symboolbibliotheken met speciale topologie-symbolen. Voor de paginaschalen 1:1, 1:20, 1:50 en 1:100 bieden deze symboolbibliotheken topologie-symbolen met een geschikte grootte. Op basis van de diverse symboolbibliotheken kunt u topologie-symbolen selecteren die zijn ingezoomd, zodat deze op pagina's met verkleinde schaal nog herkenbaar zijn. Als een symbool een topologie-aansluiting heeft, wordt bij het invoegen van dit symbool automatisch het weergavetype "Topologie" toegewezen.

Als er een meerlijnige functie met het weergavetype "Topologie" wordt geplaatst (bijvoorbeeld via de menuopdrachten Plaatsen > Topologie in de onderdelen-navigator), wordt overeenkomstig de functiedefinitie het passende symbool met het weergavetype "Topologie" gezocht en geplaatst. Daarvoor bevatten de topologie-symboolbibliotheken per functiecategorie een symbool.

Elk onderdeel mag slechts één functie met het weergavetype "Topologie" hebben. Klemmenstroken vormen hierop een uitzondering. Deze mogen meerdere topologie-functies hebben. In de topologie wordt de hoofdfunctie van het onderdeel geplaatst, de nevenfuncties worden in de aansluitbeelden beheerd.

Topologie-aansluitingen

Topologie-aansluitingen dienen uitsluitend voor de opbouw van het routeringspadnetwerk, ze worden niet als normale functieaansluitingen verwerkt en er is ook geen autoconnecting tussen topologie-aansluitingen.

Normaliter heeft elk topologie-symbool per symboolvariant slechts één topologie-aansluiting. Binnen een symbool mogen topologie-aansluitingen en normale aansluitingen niet door elkaar worden gebruikt. Ook als het symbool alleen over topologie-aansluitingen beschikt, heeft de topologie-functie aanvullend ook logische functieaansluitingen. Deze functieaansluitingen zijn echter alleen zichtbaar in het aansluitbeeld van de functie.

Topologie-aansluitingen worden met routeringspaden verbonden. Routeringsverbindingen worden echter op de functieaansluitingen in het aansluitbeeld van de topologie-functie aangesloten.

Kabeldefinitielijnen

Als een kabeldefinitielijn op een topologie-pagina wordt ingevoegd, krijgt deze automatisch het weergavetype "Topologie" en de functiedefinitie "Topologie-kabel". Kabeldefinitielijnen hebben geen topologie-aansluitingen. Voor de door de kabeldefinitielijn doorsneden verbindingen is er geen ODC-overname.

Topologie-afbreekpunten

Een routeringspad kan via een topologie-afbreekpunt op een andere projectpagina worden voortgezet. Het topologie-afbreekpunt gedraagt zich als een normaal afbreekpunt.

Het symbool kan ten hoogste een topologie-aansluiting hebben. Standaard wordt het invoegpunt als aansluiting gebruikt.

Klemmenstroken

Alleen de klemmenstroken kunnen als topologie-functies worden beheerd, maar niet de afzonderlijke klemmen. De klemmen worden in de aansluitbeelden van de klemmenstroken beheerd.

Een klemmenstrook mag met het weergavetype "Topologie" wel in meerdere routeringspadnetwerken voorkomen, maar slechts één keer in hetzelfde routeringspadnetwerk.

Als een klemmenstrook in meerdere routeringspadnetwerken voorkomt, wordt het aansluitbeeld bij het routeren automatisch uitgebreid. In het aansluitbeeld bij de klemmenstrook worden alleen aansluitingen opgenomen die met topologie-functies in het routeringspadnetwerk zijn verbonden.

Het aansluitbeeld bij klemmenstroken is altijd lokaal. Bij het actualiseren van de aansluitgegevens via de actie Aansluitbeeld actualiseren in het eigenschappendialoogvenster van de klemmenstrook, wordt het aansluitbeeld samengesteld uit alle klemmen van de klemmenstrook met hun artikelen. Vervolgens is er geen directe samenhang meer met de afzonderlijke klemmenartikelen.

Als de klemmen geen aansluitcode hebben, vindt het routeren op basis van de aansluitlogica (interne / externe aansluiting) plaats.

Stekers

Stekers kunnen meerdere apparaten in een onderdeel bevatten, waarbij de afzonderlijke apparaten door de stekerdefinities worden afgebeeld. Zo kan er bijvoorbeeld een stekerdefinitie voor pennen en een voor bussen met dezelfde ODC bestaan. Alleen de stekerdefinities kunnen als topologie-functies worden beheerd, maar niet de afzonderlijke stekercontacten. De stekercontacten worden in de aansluitbeelden van de stekerdefinities beheerd. Voor elk apparaat (dus voor elke stekerdefinitie) van een steker moet een bijbehorende topologiefunctie bestaan.

Zie ook