U kunt de eigenschappen van een verbinding in het dialoogvenster Verbindingen - <Projectnaam> weergeven en bewerken.
- Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Verbindingen > Navigator.
- Selecteer in het dialoogvenster Verbindingen - <Projectnaam> de gewenste verbindingen en kies de snelmenuopdracht Eigenschappen.
- Wijzig in het dialoogvenster Eigenschappen <...> op het tabblad Verbinding de verbindingseigenschappen en op het tabblad Grafische weergave verbinding de grafische eigenschappen van de verbindingslijnen.
- Klik op [OK].
Opmerking:
U kunt via verbindingsdefinitiepunten extra eigenschappen aan verbindingen toewijzen. Deze eigenschappen kunt u bij het verbindingsdefinitiepunt bewerken.
Tip:
Op het tabblad Verbinding kunt u in het veld Verbindingscode de eerstvolgende vrije verbindingscode automatisch bepalen. Gebruik daarvoor de snelmenuopdracht Nieuwe code bepalen of de toetsencombinatie [Ctrl] + [N].
Zie ook
Dialoogvenster Verbindingen - <Projectnaam>
Verbindingsdefinitiepunten tekenen
Verbindingseigenschappen via verbindingsdefinitiepunten definiƫren