De logica van contouren wordt in de vorm van zogeheten "contourdefinitiepunten" gedefinieerd en is alleen bij contouren van het type "Contour-extrusie" beschikbaar. Hiervoor zijn in de contoureditor onder de menuopdrachten Invoegen > Logisch > "Logisch element" speciale menuopdrachten beschikbaar waarmee een contourdefinitiepunt wordt geplaatst en genummerd.
Bij het invoegen worden de contourdefinitiepunten (typeafhankelijk) genummerd en krijgen ze een unieke teller. De contourdefinitiepunten voor de logische elementen Geleiderail, Geleiderail met uitlijning, Montageoppervlak, Montageoppervlak NC en Veldgrootte worden als paren gebruikt en hebben naast de teller ook een subteller waarmee ze uniek wordt genummerd. De subteller kan alleen de waarden "1" of "2" hebben (bijv. teller = 1, subteller = 1.1 en 1.2).
Voorwaarden:
- U hebt een project geopend.
- U hebt een contour die u wilt bewerken in de contoureditor geopend (Hulpprogramma's > Stamgegevens > Contour (extrusie) > Openen > [Openen]) en minimaal één contourdefinitiepunt ingevoegd.
- Dubbelklik op het logische element.
- Kies in het dialoogvenster Contourdefinitiepunt: <...> het tabblad Gegevens als u de teller en / of subteller van het logische element wilt bewerken.
- Kies het tabblad Weergave om de weergave-instellingen van het logische element (zoals bijvoorbeeld de instellingen Tekengrootte, Lettertype etc.) te bewerken.
- Klik op [OK].
Zie ook