Dialoogvenster openen:U hebt een project geopend. De layoutruimte-navigator is geopend en er is een layoutruimte geopend. U hebt een curve geselecteerd en de menuopdrachten Bewerken > Eigenschappen gekozen of op een curve gedubbelklikt. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen het tabblad Curve.
Op dit tabblad bewerkt u de weergave-eigenschappen van curven.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Hier worden de karakteristieke punten van de curve weergegeven: startpunt, eindpunt en minimaal een steunpunt.
Klik op 
(Verwijderen), om alle steunpunten van de curve op één na te verwijderen. Als er slechts (nog) één steunpunt voorkomt, wordt de knop grijs weergegeven.
Hier worden de X-, Y- en Z-coördinaten van het geselecteerde segmentpunt weergegeven; deze kunnen worden gewijzigd. Houd er rekening mee dat er hier geen alfanumerieke waarden, letters of speciale tekens zijn toegestaan.
Hier worden de X-, Y- en Z-coördinaten van de stijging van het geselecteerde segmentpunt weergegeven; deze kunnen worden gewijzigd. Houd er rekening mee dat er hier geen alfanumerieke waarden, letters of speciale tekens zijn toegestaan.
Hier wordt de buigingsfactor van het geselecteerde segmentpunt weergegeven; deze kan worden gewijzigd. Houd er rekening mee dat er hier geen negatieve getallen, alfanumerieke waarden, letters of speciale tekens zijn toegestaan.
Zie ook