Door de autoconnecting kunnen in bepaalde situaties ongewenste verbindingen in het schema ontstaan (bijvoorbeeld bij hulpcontacten van motorbeveiligingsschakelaars). U kunt deze verbindingen onderbreken door tussen de twee aansluitingen een onderbreking in te voegen. (Een onderbreking is een onzichtbaar symbool zonder aansluiting, dat een autoconnecting voorkomt of een bestaande autoconnecting-lijn onderbreekt.)
Voorwaarden:
- U hebt een project geopend. U hebt een projectpagina in de grafische editor geopend.
- De pagina bevat autoconnecting-lijnen.
- Kies de volgende menuopdrachten: Invoegen > Verbindingssymbool > Onderbreking
- Klik tussen de beide aansluitingen op de autoconnecting-lijn die moet worden onderbroken.
De autoconnecting-lijn wordt onderbroken, d.w.z. de verbinding wordt verwijderd. - Ga op dezelfde wijze te werk voor alle overige autoconnecting-lijnen die moeten worden onderbroken.
- Sluit de actie af met de snelmenuopdracht Actie annuleren of met de toets [Esc].