Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

EPLAN Fluid: Aansluitlogica van Fluid-functies

Voor Fluid-functies zijn wat betreft de definitie van de aansluitlogica de volgende eigenschappen van belang:

U kunt deze eigenschappen in het dialoogvenster Aansluitlogica bewerken. (Klik hiervoor op het tabblad Symbool- / functiegegevens van het dialoogvenster Eigenschappen <...> op [Logisch].)

Aansluittype van Fluid-functies

Bij de aansluitingen van Fluid-functies beschikt u voor de aansluittypen over de instellingen "Fluid", "Intern" en "Directe aansluiting". "Intern" en "Directe aansluiting" zijn vooral bestemd voor leidingverdelers en -verbinders als die deel uitmaken van klepgroepen.

Het aansluittype is nodig bij het genereren van Fluid-verbindingen. Via het aansluittype "Fluid", dat bij het maken of plaatsen van een Fluid-functie automatisch wordt vooringesteld, kunnen er Fluid-specifieke verbindingslijsten worden verwerkt en uitgevoerd, bijvoorbeeld buis- en slanglijsten. Daarbij controleert het programma tevens het bereik bij de betreffende functies en de standaard functiedefinitie voor de verbinding die in de instellingen is gedefinieerd. Als een verbinding ook nog over een verbindingsdefinitiepunt beschikt, wordt de functiedefinitie daarvan voor het maken van de verbinding overgenomen.

Druk- / stuuraansluitingen van Fluid-functies

Bij de aansluitingen van Fluid-functies kunt u met de eigenschap Druk- / stuuraansluiting verschillende waarden in de vorm van leidingtypen definiëren.

U kunt de volgende opties gebruiken:

Het leidingtype wordt door de aansluitingen automatisch doorgegeven aan de verbinding, zodra bij de verbinding zelf (via een verbindingsdefinitiepunt) de eigenschap Druk- / stuuraansluiting de waarde "Niet gedefinieerd" heeft gekregen.

Met een controleprocedure (klasse "Verbindingen") kunt u bovendien controleren of de leidingtypen die aan de functieaansluitingen zijn toegekend bij elkaar passen. Als de gegevens elkaar tegenspreken, bijvoorbeeld als er een lekolieleiding met een stuurleiding is verbonden, wordt daarover een melding in het meldingenbeheer weergegeven.

Voor het uitvoeren van verbindingslijsten kunt u de eigenschap Druk- / stuuraansluiting als sorteercriterium definiëren.

Signaaltype van Fluid-functies

Voor Fluid-functies kunt u via de eigenschap Signaaltype definiëren of een aansluiting een druk- of zuigaansluiting is of dat deze niet-gedefinieerd is.

Zie ook