Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info

invoervak

Met behulp van het invoervak kunt u bij verschillende functies in de editors (grafische editor, 3D-editor etc.) via het toetsenbord waarden invoeren. Als het invoervak is ingeschakeld, wordt bij deze functies (bijvoorbeeld bij het invoegen van een lijn) een klein tekstvenster bij de cursor weergegeven waarin u cijfers kunt invoeren. Dit venster heeft een voorgedefinieerde transparantiegraad, die u in de instellingen kunt wijzigen.

Invoeren in het invoervak

Het tekstvenster van het invoervak bestaat uit twee kopregels en een regel voor het invoeren van waarden. In de eerste kopregel staat de betreffende actie (bijvoorbeeld Startpunt voor lijn) en in de tweede regel een tekst die aangeeft welke waarden moeten worden ingevoerd. De cijfers die via het toetsenbord worden ingevoerd, worden in het invoervak weergegeven.

De volgorde van de in te voeren waarden is voor elke functie in het systeem vastgelegd. Zo kunnen bijvoorbeeld bij de lijn twee waarden worden ingevoerd in de volgorde "X- en Y-waarde van een coördinaat" of "Hoek en lengte".
Als u een punt invoert, wordt de spatie tussen de twee waarden als X- en Y-coördinaatwaarden (start- of eindpunt) geïnterpreteerd. De waarden die u voor dit punt invoert, hebben betrekking op het grafische coördinatensysteem dat zijn oorsprong linksonder heeft. Verder worden de waarden in de ingestelde eenheid "mm" of "inch" verwerkt.

Opmerking:

Houd er rekening mee dat alleen het eerste ingevoerde punt absolute waarden gebruikt en dat de volgende punten relatieve coördinaten hebben.

Decimalen worden opgegeven met het in het besturingssysteem gebruikte decimaalscheidingsteken "," of ".".

Met [Enter] worden de invoeren direct bij de functie toegepast; daarna wordt het invoervak weer gewist. Na het invoeren van de laatste waarde of na het afsluiten van de actie wordt het invoervak gesloten.

Tijdens het invoeren van waarden in het geopende invoervak, is het oproepen van andere functies met de daarvoor bestemde sneltoetsen niet mogelijk. Met [Esc] kunt u het invoeren (in het invoervak) annuleren.

Functies met invoervak-ondersteuning

Het invoervak kan bij de volgende functies van het EPLAN-platform worden gebruikt:

Zie ook