U hebt een project en daarin een layoutruimte geopend. U hebt de gewenste 3D-objecten die als macro moeten worden opgeslagen, geselecteerd. Bewerken > Venster- / symboolmacro maken
In dit dialoogvenster slaat u de geselecteerde 3D-objecten als macro op.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
In dit veld wordt de directory met station en bestandspad weergegeven, waarin de macro wordt opgeslagen. U kunt deze directory-instelling eventueel ook wijzigen.
Geef hier de bestandsnaam van de macro op, of selecteer deze interactief via [...]. Als u hetzelfde macrotype opnieuw opslaat, zijn de naam en de overige instellingen (directory, variant etc.) van de laatst opgeslagen macro vooringesteld.
Bij het opslaan van 3D-macro's is alleen het weergavetype 3D-montageopbouw beschikbaar.
Met behulp van deze vervolgkeuzelijst definieert u de variantcode voor de macro die moet worden gemaakt. Standaard is de "Variant A" ingesteld.
Opmerking:
Hoeken en andere macrovarianten van een macro ontstaan niet automatisch, maar moeten door u in de layoutruimte handmatig worden gemaakt en aansluitend onder dezelfde macronaam met een andere variantcode worden opgeslagen. Voor elke macro zijn maximaal 26 varianten mogelijk. Hebt u voor een macro verschillende varianten gemaakt, dan kunt u bij het invoegen kiezen tussen de verschillende varianten.
Wanneer u een reeds aanwezige variant van een macro selecteert en u op [OK] klikt, verschijnt er een controlevraag en moet u bevestigen of u de oude macrovariant wilt overschrijven.
Sla hier een toepasselijke beschrijvende tekst voor het macrobestand op. Deze tekst wordt bij het invoegen van de macro onder het grafische voorbeeld in een opmerkingenveld weergegeven.
Snelmenu:
Het snelmenu stelt - afhankelijk van het veldtype (bijv. datum, hele getallen, meertalig) - menuopdrachten ter beschikking, waarmee u afhankelijk van de situatie bijvoorbeeld de weergave van tabellen kunt beïnvloeden of de waarden in velden kunt bewerken. Een overzicht van deze snelmenuopdrachten vindt u in de paragraaf Snelmenuopdrachten.
Klik op deze knop om de volgende acties uit te voeren:
- Handle definiëren: de handle is het punt waar de cursor bij het invoegen van de macro "aangrijpt". Normaal gesproken hangt de macro "linksboven" aan het eerste invoegpunt.
Klik op deze knop indien u de positie van de handle zelf wilt definiëren. Het dialoogvenster Opslaan als wordt gesloten. Verplaats de cursor naar de gewenste positie, en met een muisklik op de 3D-objecten die als macro moeten worden opgeslagen bepaalt u vervolgens de plaats waar de handle zich in de macro moet bevinden. Daarbij kunt u ook 3D-snappunten gebruiken, die worden weergegeven wanneer de cursor in hun buurt komt. Aansluitend opent EPLAN het dialoogvenster Opslaan als opnieuw en kunt u de macro voltooien.
De plaatsing van de handle kan willekeurig vaak worden herhaald. Zijn positie in de macro bij het maken en later in het macrovoorbeeld wordt met behulp van een speciaal grafisch symbool aangeduid.
Zie ook