Oorzaak
Dat een deelklem bij het optimaliseren niet kan worden meegenomen, kan de volgende oorzaken hebben:
- De deelklem gebruikt onbekende aansluitcodes. De te optimaliseren deelklem beschikt bijvoorbeeld over bepaalde aansluitcodes die u ook na het optimaliseren wilt behouden. U hebt hiertoe in het dialoogvenster Deelklemmen optimaliseren het selectievakje Bestaande aansluitcodes behouden ingeschakeld, maar naderhand voor de optimalisering een klemmenartikel geselecteerd dat via zijn functiedefinitie andere aansluitcodes ter beschikking stelt.
- De deelklem beschikt over meer aansluitingen dan de functiedefinitie van het nieuw geselecteerde klemmenartikel. U hebt bijvoorbeeld voor de optimalisering een artikel geselecteerd waarvan de functiedefinitie over minder aansluitingen beschikt dan de te optimaliseren deelklem.
- De nieuwe functiedefinitie is ongeldig. U hebt bijvoorbeeld voor de optimalisering van de betreffende deelklem een artikel geselecteerd dat geen klemmenartikel is.
De verschillende oorzaken worden in de meldingstekst door middel van de tijdelijke aanduiding <x> aangegeven.
Oplossing
- Bepaal de locatie van de deelklem in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
- Selecteer voor alle drie gevallen een klemmenartikel met een geschikte functiedefinitie en geschikte aansluitcodes.
Opmerking:
Deze modulespecifieke melding wordt bij het optimaliseren van deelklemmen uitgevoerd. Deze kan met een nieuwe controleprocedure (via een willekeurig ingesteld schema) uit het dialoogvenster van het meldingenbeheer worden verwijderd.