Oorzaak
Bij de doeltracering kan bij de PLC-ingang geen sensor worden bepaald. De oorzaak kan een verkeerd ingesteld signaaltype bij de PLC-ingang en / of bij de sensor zijn. Bovendien kan ook de doeltracering bij een klem / steker die aan de sensor is geschakeld ontbreken.
Oplossing
- Dubbelklik op een PLC-ingang en klik vervolgens in het dialoogvenster Eigenschappen <...> op het tabblad Symbool- / functiegegevens.
- Klik op [Logisch].
- Controleer in het dialoogvenster Aansluitlogica de eigenschap Signaaltype bij de PLC-ingang. Deze eigenschap moet overeenstemmen met de functiedefinitie! Als u bijvoorbeeld een PLC-aansluiting met de functiedefinitie "PLC-aansluiting, DI" of PLC-aansluiting (Fluid), DI" invoegt, moet in het veld Signaaltype "Digitale ingang" worden ingesteld.
- Controleer vervolgens ook of bij de sensor de eigenschap Signaaltype = "Sensor" is ingesteld.
- Als er zich tussen de sensor en de PLC-ingang een klem of een steker bevindt, controleert u bovendien voor dit object de instelling in het veld Doeltracering (PLC) naar. Bij functieaansluiting 1 moet een "2" en bij functieaansluiting 2 een "1" zijn ingevoerd.
- Actualiseer de verbindingen en start vervolgens een nieuwe controleprocedure.