Oorzaak
Er is een verbinding tussen twee verschillende bussystemen vastgesteld. Er is bijvoorbeeld een busaansluiting van het bussysteem "Profibus" verbonden met een busaansluiting van het bussysteem "Ethernet". De tijdelijke aanduidingen <x> en <y> geven het betreffende bussysteem aan.
Oplossing
- Bepaal de locatie van de met elkaar verbonden busaansluitingen in het schema met de functies Ga naar (tekening) en Ga naar tweede coördinaat in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
- Open voor beide busaansluitingen het dialoogvenster Eigenschappen <...>.
- Klik op het tabblad Busgegevens.
- Controleer in het veld Bussysteem de instelling voor beide busaansluitingen.
- Selecteer bij beide busaansluitingen hetzelfde bussysteem en sluit het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK].
- Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.