Oorzaak
In het schema of in het P&I-schema bevinden zich minimaal twee verbindingscodes op verbindingen die aan verschillende potentialen of buisleidingen zijn toegekend.
Deze melding kan voor de bereiken "Elektrotechniek" en "Proces-engineering" verschillende oorzaken hebben, die aan de hand van de volgende voorbeelden worden toegelicht:
Mogelijkheid 1 (elektrotechniek)
Na een potentiaalgerichte verbindingsnummering is een verbindingssectie (segment) van de oorspronkelijke potentiaal gescheiden. De afgescheiden verbinding krijgt hierdoor een andere potentiaal maar behoudt dezelfde verbindingscode.
De verbindingen tussen de klemmen -X1:1 en -X2:1 alsmede -X1:2 en -X2:2 zijn potentiaalgericht met 001 gecodeerd. De klem -X1:2 was oorspronkelijk via een hoek met de potentiaal L+ verbonden. Omdat de hoek per ongeluk is verwijderd, is de verbinding -X1:2 naar -X2:2 van de oorspronkelijke potentiaal (L+) gescheiden. Deze verbinding krijgt nu automatisch een andere potentiaal. Omdat de beide verbindingen nog dezelfde code 001 hebben maar de potentialen verschillend zijn, verschijnt deze melding.
Mogelijkheid 2 (elektrotechniek)
Het doorvoeren van de potentiaal naar een functie binnen een verbinding is onderbroken.
Twee apparaataansluitingen, -U5:1 en -U6:2, zijn via de gezekerde klem -X2:1 met elkaar verbonden. Tussen de beide apparaataansluitingen en de gezekerde klem bestaan twee verbindingen die dezelfde code 002 hebben. In de aansluitlogica van de gezekerde klem zijn bij de eigenschap Potentiaal doorvoeren naar geen aansluitnummers voor de functieaansluitingen ingevoerd. Omdat de potentiaal niet wordt doorgevoerd, komen de verbindingen met dezelfde code op verschillende potentialen te liggen.
Mogelijkheid 3 (proces-engineering)
Het doorvoeren van de potentiaal naar een functie binnen een buisleiding is onderbroken.
Twee reservoirs, -CM01 en -CM02, zijn met elkaar verbonden via een buisleiding die met het buisleidingdefinitiepunt -WP01 is gecodeerd. In de buisleiding is de afsluitarmatuur -FL01 ingebouwd. Op de buisleiding tussen de aansluitingen van de reservoirs en de afsluitarmatuur zijn verbindingsdefinitiepunten geplaatst die dezelfde code 010 hebben. In de aansluitlogica van de afsluitarmatuur zijn bij de eigenschap Potentiaal doorvoeren naar geen aansluitnummers voor de functieaansluitingen 1 en 2 ingevoerd. Omdat de potentiaal niet wordt doorgevoerd, behorende de verbindingen met dezelfde code tot verschillende buisleidingen.
Oplossing
Bij mogelijkheid 1
- Bepaal de locatie van de betreffende verbinding in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
- Voeg het ontbrekende verbindingssymbool toe (in voorbeeld 1 een hoek).
- Actualiseer de verbindingen en start vervolgens een nieuwe controleprocedure.
Bij mogelijkheid 2 en 3
- Bepaal de verbindingen met dezelfde code in het schema of in het P&I-schema met de functies Ga naar (tekening) en Ga naar tweede coördinaat in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
- Open het eigenschappendialoogvenster van de functie die tussen de verbindingen met dezelfde code is geplaatst en klik op het tabblad Symbool- / functiegegevens.
- Klik op de knop [Logisch].
- Controleer in het dialoogvenster Aansluitlogica van de functie de eigenschap Potentiaal doorvoeren naar. Als het doorvoeren van de potentiaal is onderbroken – en er dus geen aansluitnummers zijn ingevoerd – vult u deze in de betreffende velden in.
- Actualiseer de verbindingen en start een nieuwe controleprocedure.