Oorzaak
In het schema is een extra verbinding in een net geplaatst die aan nog geen enkele verbindingsketting is toegekend. Deze extra verbinding bevat een kopie van een schemasymbool dat een bestanddeel van het net is. Door de kopieeractie komt de ID voor netgebaseerde verbindingen twee keer voor.
Een net N1 in het schema verbindt 5 zekeringen (-F1 tot -F5) met de potentiaal L1. De aansluitingen vormen de volgende verbindingsketting:
Aansluiting |
Bron |
Doel |
---|---|---|
L1 |
L1 |
-F1:1 |
-F1:1 |
-F1:1 |
-F2:1 |
-F2:1 |
-F2:1 |
-F3:1 |
-F3:1 |
-F3:1 |
-F4:1 |
-F4:1 |
-F4:1 |
-F5:1 |
-F5:1 |
|
|
In het schema wordt door het kopiëren en hernoemen van de zekering -F5 een extra zekering -F6 met een T-stuk in het net geplaatst.
Na het invoegen van de verbinding blijft de verbindingsketting ongewijzigd, omdat de aansluiting -F6:1 nog niet aan de verbindingsketting is toegekend.
Aansluiting |
Bron |
Doel |
---|---|---|
L1 |
L1 |
-F1:1 |
-F1:1 |
-F1:1 |
-F2:1 |
-F2:1 |
-F2:1 |
-F3:1 |
-F3:1 |
-F3:1 |
-F4:1 |
-F4:1 |
-F4:1 |
-F5:1 |
-F5:1 |
|
|
Bij het kopiëren van de zekering -F4 is ook de ID voor de netgebaseerde verbindingen meegekopieerd, zodat het net nu twee identieke ID's "8" bevat.
Oplossing
Integreer de gekopieerde verbinding in een verbindingsketting.
Ga voor het bovengenoemde voorbeeld als volgt te werk:
- Bepaal de locatie van het betreffende netdefinitiepunt in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
- Open het dialoogvenster Eigenschappen <...> van het netdefinitiepunt.
- Klik op het tabblad Netverbindingen.
- Bepaal in de tabel Aansluitingen de toegevoegde aansluiting.
Opmerking:
Wanneer u het eigenschappendialoogvenster opent, worden er geen dubbele ID's voor netgebaseerde verbindingen meer in de tabel Aansluitingen weergegeven, maar alleen nog unieke ID's. In het genoemde voorbeeld wordt aan de zekering -F6 automatisch de ID 9 toegewezen. De ID's komen echter nog wel dubbel voor (ID 8).
Dat -F6 is toegevoegd, kunt u in de tabel Aansluitingen herkennen aan de toegekende waarde 0 onder Aantal doelen.
- Neem de aansluiting in de verbindingsketting op door te klikken op (Verbindingsketting maken) en in de tabel Aansluitingen-F6:1 te selecteren.
De aansluiting -F6:1 wordt naar de tabel Verbindingen gekopieerd en onder de horizontale lijn van de verbindingsketting ingevoerd. Daarbij wordt een nieuwe verbindingsketting gegenereerd. - Klik op (Verbindingsketting afsluiten) om de verbindingsketting af te sluiten.
Er wordt een horizontale lijn onder de aansluiting -F6:1 in de tabel Verbindingen gegenereerd. - Selecteer de aansluiting -F6:1 in de nieuwe verbindingsketting en verplaats deze met de knop (Naar boven verplaatsen) naar de eerste verbindingsketting onder de aansluiting -F5:1.
De tweede verbindingsketting wordt verwijderd. - Sluit het dialoogvenster Eigenschappen <...> van het netdefinitiepunt met [OK].
De dubbele ID's worden automatisch verwijderd en de nieuwe verbinding wordt in de verbindingsketting van het net geïntegreerd. - Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.