Oorzaak
Bij een artikelplaatsing in de layoutruimte is geen aansluitbeeld gedefinieerd.
Oplossing
Sla bij de artikelplaatsing een aansluitbeeld op.
Mogelijkheid 1
- Bepaal de locatie van de artikelplaatsing in de layoutruimte met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
- Open het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de artikelplaatsing.
- Klik op het tabblad Artikel, noteer het daar weergegeven artikelnummer en sluit het eigenschappendialoogvenster.
- Kies de menuopdrachten Hulpprogramma's > Artikel > Beheer en open in de boomweergave van het dialoogvenster Artikelbeheer het artikel dat u hebt genoteerd.
- Klik op het tabblad Technische gegevens en klik naast het veld Aansluitbeeld op [...].
- Selecteer in het dialoogvenster Aansluitbeeld selecteren dat wordt geopend, de naam van het gewenste aansluitbeeld en klik op [OK].
De naam wordt naar het veld Aansluitbeeld van het tabblad Technische gegevens overgedragen en het aansluitbeeld wordt aan de artikelplaatsing in de layoutruimte toegekend. - Sluit het artikelbeheer, sla de gewijzigde gegevens op en actualiseer de artikeldatabank.
- Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.
Opmerking:
Als er geen aansluitbeeld in het artikelbeheer is opgeslagen, moet het naderhand worden gemaakt. Ga daartoe als volgt te werk:
- Selecteer in de boomweergave het hiërarchieniveau Aansluitbeeld en kies de snelmenuopdracht Nieuw.
- Definieer de gewenste aansluitgegevens op de tabbladen Aansluitbeeld, Aansluitingen en / of Attributen, geef het aansluitbeeld een naam en klik op [Toepassen].
- Selecteer het artikel in de artikelboom en wijs hieraan – zoals hierboven beschreven – het aansluitbeeld toe.
De toewijzing geldt dan ook voor de artikelplaatsing in de layoutruimte.
Mogelijkheid 2
- Open het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de artikelplaatsing.
- Klik op het tabblad Aansluitbeeld.
- Schakel het selectievakje Lokaal aansluitbeeld in.
- Voer in de tabel de gewenste aansluitcodes samen met de overige aansluitgegevens in.
- Sluit het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK].
- Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.