- Opties > Instellingen > Gebruiker > Beheer > Directory's.
- Hulpprogramma's > Stamgegevens > Systeemstamgegevens synchroniseren. Klik in het veld Directory's op [...].
- Hulpprogramma's > Stamgegevens > Huidig project synchroniseren. Klik in het veld Directory's op [...].
In dit dialoogvenster worden de standaardinstellingen voor de directory's die bij het selecteren en bewerken van stamgegevens worden aangeboden en de bestandspaden naar de benodigde databanken gedefinieerd of gewijzigd. Deze informatie wordt door bepaalde programma-elementen en functies gebruikt zodra om bepaalde gegevens wordt gevraagd. De instellingen zijn gebruikerspecifiek, zodat u uw eigen stamgegevenspool kunt beheren en organiseren.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Selecteer in de vervolgkeuzelijst het schema dat u wilt gebruiken of bewerken. Gebruik hiervoor ook de ernaast gelegen werkbalk.
In de invoervelden Projecten, Sjablonen, Symbolen etc. definieert u het station en de directory waarin EPLAN standaard uw projecten, sjablonen, symbolen etc. moet beheren. Klik op [...] om in het vervolgdialoogvenster de gewenste opslagplaats interactief te selecteren. De standaardinstelling na de installatie van EPLAN is bijvoorbeeld <Station_EPLAN>:\<Programmadirectory>\Projecten\<Bedrijfskenmerk>.
Opmerkingen:
- In alle invoervelden waarin u directory's kunt definiƫren, geldt het volgende:
Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen.
Houd er rekening mee dat er op deze plaats weinig padvariabelen worden aangeboden, omdat u in het dialoogvenster Instellingen: Directory's de waarden van de padvariabelen MD_PROJECTS, MD_MACROS etc. definieert! - In alle selectiedialoogvensters waarin u deze gegevens selecteert (bijvoorbeeld in het dialoogvenster Macro selecteren), kunt u via de snelmenuopdracht Standaard in het veld Pad de standaardinstellingen instellen.