In dit dialoogvenster kunt u het nummeringsformaat en de nummeringsomvang beperken. Hier worden de ODC's van de hoofdfuncties van de geselecteerde pagina's en de ODC's van de bijbehorende nevenfuncties weergegeven. Ook worden de ODC's van de nevenfuncties weergegeven die niet zijn geplaatst of die zich op niet-geselecteerde pagina's bevinden.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Filter:

Met het filter kunt u het aantal onderdelen dat moet worden genummerd beperken. U kunt alleen filteren op hoofdfuncties.

In deze vervolgkeuzelijst worden alle beschikbare filters weergegeven. Een geselecteerd filter is automatisch geactiveerd. De invoer "- Niet geactiveerd -" schakelt het filter uit zodat de gegevens ongefilterd worden weergegeven. Met [...] opent u het dialoogvenster Filter. Hier kunt u filters maken, bewerken, verwijderen, kopiëren, exporteren, importeren en beheren.

Het snelmenu van de vervolgkeuzelijst Filter bevat de volgende invoeren:

• Uitschakelen: deze snelmenuopdracht is beschikbaar wanneer er een filter is ingesteld: zet de filterinstelling op de invoer "- Niet geactiveerd -" terug.
• <Filternaam> inschakelen: deze snelmenuopdracht is beschikbaar wanneer de filterinstelling op "- Niet geactiveerd -" is ingesteld: schakelt het laatst actieve filter opnieuw in.

Op deze manier kunt u snel tussen de ongefilterde en een door u gewenste gefilterde weergave schakelen.

Geselecteerde kenletters:

In deze tabel wordt aangegeven welke onderdelen op welke wijze moeten worden genummerd.

• Kenletter deze kolom bevat alle gebruikte kenletters van de geselecteerde onderdelen.
• Formaat: in deze kolom staat het geselecteerde nummeringsformaat. U kunt aan elke kenletter een nummeringsformaat toekennen. Er bestaat een standaard nummeringsformaat. Maar u kunt ook andere nummeringsformaten definiëren.
• Nummeren: als dit selectievakje is ingeschakeld, worden alle onderdelen met de kenletter in de kolom Kenletter genummerd. Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt deze onderdelen niet genummerd.
• Alleen gecodeerde nummeren: als dit selectievakje is ingeschakeld, worden onderdelen die gemarkeerd zijn met de markering "?" automatisch hernummerd.
• Startwaarde: hier geeft u de startwaarde op waarmee de nummering van het onderdeel moet beginnen. Toegestane waarden zijn 0-X.
• Stapgrootte: de waarde in dit veld bepaalt het interval bij de nummering. Op deze manier kunt u een nummerbereik reserveren. Toegestane waarden zijn 1-X.
• Groep: als het selectievakje is ingeschakeld, wordt de kenletter in de kolom Kenletter een component van een kenlettergroep. Alle onderdelen die met deze kenletter beginnen (bijvoorbeeld K in KT44) worden genummerd. Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden alle onderdelen genummerd waarvan de ODC's uitsluitend deze kenletter hebben (bijvoorbeeld K23).

  Voorbeeld:

  In het schema bevinden zich drie spoelen met de onderdeelcodes K1, K1, KT1 en KA1. U hebt een nummeringsformaat geselecteerd dat de kenletter en de teller uitvoert. U hebt de startwaarde 1 en de stapgrootte 1 opgegeven.

  Als in de regel van de kenletter K het selectievakje Groep is ingeschakeld, worden de spoelen K1, K1, KT1 en KA1 genummerd, omdat de ODC van de spoelen met de kenletter K beginnen.

  Oorspronkelijke ODC	Nummeringsresultaat
  K 1	K 1
  K 1	K 2
  KT 1	KT 3
  KA 1	KA 4

  Als in de regel van de kenletter K het selectievakje Groep is uitgeschakeld, worden alleen beide spoelen K1 genummerd, omdat de ODC van de spoelen uitsluitend de kenletter K bevat.

  Oorspronkelijke ODC	Nummeringsresultaat
  K 1	K 1
  K 1	K 2
  KT 1	KT 1
  KA 1	KA 1

Snelmenu:

Het snelmenu stelt - afhankelijk van het veldtype (bijv. datum, hele getallen, meertalig) - menuopdrachten ter beschikking, waarmee u afhankelijk van de situatie bijvoorbeeld de weergave van tabellen kunt beïnvloeden of de waarden in velden kunt bewerken. Een overzicht van deze snelmenuopdrachten vindt u in de paragraaf Snelmenuopdrachten.

Ook die nummeren die door PLC worden beïnvloed:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden alle onderdelen genummerd waarvan de ODC's door het PLC-adres worden beïnvloed.

Ook kabels nummeren waarvan de ODC bron / doel bevatten:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden kabels waarvan de ODC uit de bron en het doel zijn samengesteld, ook genummerd. Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt deze kabels niet genummerd.

[Instellingen]:

Menuopdracht	Betekenis
Nummering	Opent het dialoogvenster Instellingen: Nummeren (offline). Hierin kan een nummeringsformaat worden gemaakt of bewerkt.

Zie ook

Onderdelen offline nummeren