Modulen hebben dezelfde eigenschappen als artikelen maar bevatten daarnaast ook lijsten met subartikelen (zogeheten moduleposities). Deze subartikelen worden via een onderliggende ODC of een zogeheten "ODC-ID" geïdentificeerd. Een module is dus een verzameling artikelen die bij meerdere gemeenschappelijk geneste onderdelen hoort (bijvoorbeeld een motorbesturing die in een 19"-Rack is ingebouwd). In het EPLAN platform kunnen complexe apparaten als modulen worden weergegeven.
Een module kan artikelen, bouwgroepen en andere modulen bevatten. De artikelen in een module bevatten daarnaast ook informatie over de artikelvarianten. Speciaal bij de apparaatselectie en bij verwerkingen wordt dan ook rekening gehouden met de technische gegevens van de varianten.
Werkwijze
- Macro's voor de modulen voorbereiden:
Voordat u in het artikelbeheer de artikelspecifieke gegevens van een module definieert, moet u voor het gebruik van deze module eerst een macro maken.
Wij raden aan de macro's voor de modulen in een macroproject voor te bereiden. Bij het gebruik van de ODC-ID moeten deze kenmerken binnen een macro / module eenduidig zijn. De ODC-ID slaat u bij de onderdelen via de eigenschap ODC-ID op. Houd er rekening mee dat u deze eigenschap zowel bij de hoofdfuncties als bij de nevenfuncties moet definiëren, zodat modulen ook bij de apparaatselectie worden meegenomen.
De elementen van een macro moeten zich beslist binnen een apparaatkast bevinden. Deze apparaatkast wordt ook een onderdeel van de macro. Alle onderdelen die bij de module horen, moeten in de macro binnen de apparaatkast zijn genest. Wanneer u de macro maakt, hoeft u het artikel niet per se op dat moment toe te wijzen, omdat dit automatisch gebeurt wanneer u een moduleartikel in de grafische editor plaatst. - Modulen in het artikelbeheer maken:
Modulen worden gemaakt onder het hiërarchieniveau "Producthoofdgroep" (net als bij onderdelen of bouwgroepen). Op het tabblad Module worden aan een module de posities, d.w.z. de artikelen, toegewezen die de module moet bevatten. Daarbij moet aan elke module de bijbehorende macro worden toegekend (op het tabblad Technische gegevens in het veld Macro).
Voor de identificatie van een onderdeel in de macro, wordt de onderliggende ODC van het onderdeel of de bij het onderdeel ingevoerde ODC-ID gebruikt. Door het gebruik van ODC-ID's worden de gebruikte macro's en modulen onafhankelijk van een onderdeel-coderingsnorm en kunnen zo voor verschillende normen worden ingezet. - Modulen bij de engineering toepassen:
Modulen kunnen net als apparaten worden gebruikt en bijvoorbeeld via de menuopdrachten Invoegen > Apparaat worden ingevoegd.
Zie ook