Met het PLT-systeemconcept kunt u bij het ontwerpen van uw installaties niet alleen voldoen aan DIN en ISA, maar ook aan de NAMUR-richtlijnen (bijvoorbeeld NA 50). De structurele opbouw van de PLT-installatie vindt plaats in de pre-planning navigator. Hiervoor kunt u structuursegmenten, PLT-systemen, PLT-systeemfuncties, reservoirs en algemene planningsobjecten in de pre-planning navigator maken, bewerken en beheren.
PLT-systemen
PLT-systemen worden in de pre-planning parallel aan algemene planningsobjecten beheerd en ze gedragen zich op soortgelijke wijze. Bij PLT-systemen kunnen wel macro's, maar geen artikelen of functiesjablonen worden opgeslagen. PLT-systemen zijn ofwel meetplaatsen ofwel verbruikersplaatsen.
PLT-systemen worden ook wel M&R-systemen of EM&R-systemen genoemd. EM&R staat voor Elektro-, Meet -en Regeltechniek. In EPLAN wordt de term PLT-systeem gebruikt. De afkorting "PLT" staat voor procesbesturingstechniek (ProzessLeitTechik).
PLT-systeemnummers
Het PLT-systeemnummer volgens de NAMUR-richtlijnen komt in EPLAN overeen met de code van een PLT-systeem in het eigenschappendialoogvenster. Uit de hierna genoemde eigenschappen wordt deze code - ofwel het PLT-systeemnummer - automatisch samengesteld:
- Technische inrichting: via deze eigenschap kunt u aan het PLT-systeem een optionele extra kenletter toewijzen.
- Meetobject: het meetobject beschrijft de procesgrootheden van het PLT-systeem.
- Bewerkingsfunctie: een PLT-systeem kan meerdere bewerkingsfuncties bezitten. De bewerkingsfuncties beschrijven de taken van de PLT-systeemfuncties die aan het PLT-systeem zijn toegekend.
- Nummer: deze PLT-systeemnummer-component is in EPLAN vereist. Aan de hand van het nummer kunnen PLT-systemen systematisch worden doorgenummerd en kunnen, indien gewenst, PLT-systemen met dezelfde meetobjecten en dezelfde bewerkingsfuncties worden onderscheiden.
Aan de hand van de identificerende onderdelen van een PLT-systeemnummer in combinatie met de codes van de bovenliggende segmenten kan een PLT-systeem in de projectstructuur worden geïdentificeerd. Het PLT-systeemnummer inclusief de codes van de bovenliggende segmenten wordt in de eigenschap Volledige code aangegeven.
De nummercomponent van het PLT-systeemnummer wordt bij het kopiëren en invoegen van PLT-systemen overeenkomstig de configuratie van de segmentdefinities genummerd. In de pre-planning navigator en in het eigenschappendialoogvenster kunnen PLT-systemen ook naderhand opnieuw worden genummerd. De andere PLT-systeemnummer-componenten (bijvoorbeeld het meetobject) worden bij de nummering alleen meegenomen als deze eigenschappen in de nummeringsinstellingen als identificerend zijn gedefinieerd.
Weergave van PLT-systemen volgens de norm DIN EN 62424
Voor de weergave van PLT-systemen in het P&I-schema volgens de norm DIN EN 62424 zijn in het eigenschappendialoogvenster van de PLT-systemen de volgende drie eigenschappen beschikbaar:
- Veiligheidsrelevant (ID 44060)
- GMP-relevant (ID 44061)
- Kwaliteitsrelevant (ID 44062).
Aan de hand van aanvullende symbolen die in de grafische editor worden weergegeven, kunt u herkennen of een geplaatste meet- of verbruikersplaats veiligheids-, GMP- of kwaliteitsrelevant is.
Als de bijbehorende selectievakjes in de eigenschappentabel zijn ingeschakeld en de eigenschappen op het tabblad Beeld aan een eigenschapsgroepering zijn toegevoegd, worden bij de schemasymbolen van de geplaatste meet- of verbruikersplaatsen in de grafische editor de volgende aanvullende symbolen weergegeven:
|
Symbool |
Betekenis |
|---|---|
|
|
Veiligheidsrelevant |
|
|
GMP-relevant |
|
|
Kwaliteitsrelevant |
Deze speciale eigenschappen kunnen ook in de verwerkingen, de labeling en de blokeigenschappen voor de planningsobjecten worden uitgevoerd (bijvoorbeeld bij het verwerkingstype "Pre-planning: Planningsobjectschema" in een "Datablad PLT-systemen"). Om ook op de verwerkingspagina's voor de veiligheids-, GMP- of kwaliteitsrelevante PLT-systemen de symbolen volgens de norm DIN EN 62424 weer te geven, kunt u techniek via de formuliereigenschap Toekenning van eigenschap / waarde aan tekening (ID 13026) gebruiken. Voor de toekenning van de tekening in het gelijknamige dialoogvenster zijn in de symboolbibliotheek GRAPHICS de symbolen PCS_SQU, PCS_CIR en PCS_TRI beschikbaar.
PLT-systeemfuncties
De PLT-systeemfunctie beschrijft een (deel-)functie van het PLT-systeem. Daarbij kan het gaan om een meetfunctie of een verbruikersfunctie.
Reservoir
Reservoirs behoren in de proces-engineering tot de groep van apparaten. Ze kunnen onderdeel van een installatie zijn en worden onder een structuursegmentniveau ingevoegd.
In de pre-planning worden reservoirs parallel aan algemene planningsobjecten beheerd en ze gedragen zich op soortgelijke wijze. Bij een reservoir kunnen functiesjablonen en externe documenten / pagina's worden opgeslagen, maar geen PLC-adressen. artikelen of macro's. Daarom bevat het eigenschappendialoogvenster van een reservoir alleen het tabblad Reservoir, algemeen, dat overeenkomt met dat van een planningsobject, en de tabbladen Documenten / pagina's en Sjablonen.
Een reservoir kan in de pre-planning onder een structuursegment worden ingevoegd, maar niet onder een planningsobject of een PLT-systeem. De reservoirs zelf kunnen in de structuur ook PLT-systemen en planningsobjecten bevatten.
Zie ook
Structuursegmenten maken en bewerken