Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Pre-planning: Principe

De structurering in de pre-planning gebeurt met behulp van zogenaamde "segmenten", waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen structuursegmenten en planningsobjecten.

Structuursegmenten

Structuursegmenten geven een deel van de projectstructuur aan. Op deze manier kunnen onderdelen van de ODC worden voorgedefinieerd. Een structuursegment kan voor een of meerdere structuurcodes (meestal de groep) in het detailontwerp staan. Structuurcodes vormen de basis voor de latere projectstructuur.

In de pre-planning navigator kunnen structuursegmenten worden gemaakt en bewerkt. Bij een structuursegment kunt u eigenschappen voor de vereiste inzet (tijd, energie en kosten) uit de onderliggende planningsobjecten verwerken.

Structuursegmenten kunnen als structuurkasten op pagina's van het paginatype "Pre-planning" en "P&I-schema" worden geplaatst. Op pre-planning pagina's wordt de structuur bepaald op basis van de grafische configuratie van de segmenten.(Grafische pre-planning). Op P&I-schemapagina's dient de structuurkast alleen voor de weergave van de structuur; hiertoe wordt er een verwijzing naar het structuursegment gegenereerd.

Planningsobjecten

Planningsobjecten definiëren een deel van een machine / installatie in de pre-planning. Ze beschrijven een apparaat en hebben betrekking op de functies van een onderdeel. Daarbij staat het onderdeel als voorbeeld voor een functie van een machine / installatie (bijvoorbeeld de motor voor een transportband). Elk planningsobject mag slechts een onderdeel vertegenwoordigen.

Bij planningsobjecten kunnen macro's worden opgeslagen. Een dergelijke macro kan meerdere apparaten bevatten, zodat het planningsobject meerdere apparaten vertegenwoordigt. Het planningsobject definieert via zijn eigenschappen echter maar een onderdeel - het centrale onderdeel van de functie.

In de pre-planning navigator kunnen planningsobjecten worden gemaakt en bewerkt. Ook met het slepen & neerzetten van artikelen kunnen planningsobjecten worden gemaakt.

Een planningsobject kan verschillend gedetailleerd beschreven zijn:

Afwijkende structuurcodes bij de planningsobjecten

Elk planningsobject kan in vergelijking met de bovenliggende segmenten een afwijkende structuur hebben. Daarom zijn bij de planningsobjecten eigenschappen voor afzonderlijke componenten van de structuurcodes beschikbaar. Zo kunt u bijvoorbeeld in de eigenschap Inbouwplaats (afzonderlijke component) (ID 1228) de component van de structuurcode voor de inbouwplaats opgeven. De totale structuurcode voor een planningsobject is in dit geval samengesteld uit de eigen afzonderlijke component en alle onderdelen van de bovenliggende structuursegmenten en planningsobjecten.

Om een van de bovenliggende structuursegmenten en planningsobjecten afwijkende structuur te definiëren, zet u vóór de waarde van een dergelijke eigenschap het groter dan-teken (">"). Door het groter dan-teken worden bovenliggende structuurcodes genegeerd.

Zonder het groter dan-teken kunt u deze eigenschappen gebruiken om voor een bepaald codeblok (bijvoorbeeld inbouwplaats) bij het betreffende planningsobject een eigen aanvullende component voor de structuurcode te definiëren. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld verschillende inbouwplaatsen binnen een meetplaats onderscheiden.

Verbinding planningsobjecten

In de pre-planning zijn als nieuwe segmenten zogeheten "verbinding planningsobjecten" beschikbaar (buisleiding planningsobjecten, kabel planningsobjecten). Verbinding planningsobjecten definiëren welke segmenten met elkaar verbonden zijn en beschrijven een buisleiding of een kabel in de pre-planning.

Segmentdefinities

De segmentdefinitie geeft het type segment aan (structuursegment of planningsobject), vergelijkbaar met de wijze waarop een functiedefinitie het type functie definieert. Bij het maken van segmenten definieert u door het selecteren van een segmentdefinitie het type van het betreffende segment.

In projecten zonder segmentdefinities worden - wanneer ze voor het eerst worden geopend (en niet tegen schrijven zijn beveiligd) - afhankelijk van de beschikbare licentie, de voorgedefinieerde segmentdefinities voor de pre-planning gegenereerd. Standaard zijn de volgende segmentdefinities beschikbaar:

Pre-planning macro's

U kunt in de pre-planning-navigator een willekeurige structuur in een pre-planning macro opslaan. Een dergelijke macro is een eigen bestandstype waarbij de bestandsnaam de extensie *.emv heeft. Door het gebruik van pre-planning macro's kunt u de pre-planning (zonder grafische weergave) snel en comfortabel uit kant-en-klare deelstructuren samenstellen.

Macro's bij planningsobjecten

Bij planningsobjecten kunt u macrobestanden met "normale" venster- of paginamacro's opslaan (*.ema of *.emp). Een dergelijke macro bevat meestal tijdelijke aanduiding-objecten met variabelen. De waarden van de variabelen kunt u in het eigenschappendialoogvenster van het planningsobject via de waardenset selecteren of handmatig bewerken. Bij het plaatsen van de macro worden de in het planningsobject geselecteerde of handmatig ingevoerde waarden overgedragen aan de geplaatste functies.

Als er bij een planningsobject geen macro is opgeslagen maar wel een artikel waaraan een macro is toegekend, wordt de macro van het artikel voor het plaatsen van de functies gebruikt.

Zie ook