In dit dialoogvenster exporteert u de toegewezen adres ruimte van een CPU. Er wordt een taalonafhankelijke lijst geëxporteerd, die aangeeft welke adressen door welke PLC-kaart worden bezet. Er worden alleen PLC-kaarten geëxporteerd waarbij het adresbereik via het opgegeven startadres en de bijbehorende gegevenslengte gedefinieerd zijn.

De lijst met toegewezen adres ruimte is als volgt opgebouwd:

• Opbouw van een rij: "bytenummer", "ODC (ingangskaart)", "ODC (uitgangskaart)"
  Voorbeeld (aparte PLC-kaarten voor ingangen en uitgangen): "0","=A1+O1-K1","=A1+O1-K2"
  Voorbeeld (PLC-kaart heeft zowel ingangen en uitgangen): "0","=A1+O1-K1","=A1+O1-K1"
• Wanneer een PLC-kaart meerdere bytes bezet, wordt de rij herhaald.
• Als een byte niet is toegewezen, is de invoer voor de ODC leeg.
• De uitvoer van de lijst eindigt met de laatste toegewezen byte.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

PLC-specifieke instellingen:

In dit veld wordt het schema weergegeven dat het formaat van de PLC-adressen definieert. Het schema wordt bepaald aan de hand van de geselecteerde CPU en kan hier niet worden bewerkt. Indien aan de CPU geen schema is toegekend, wordt het schema gebruikt dat in de projectinstellingen is gedefinieerd. Boven het veld worden het configuratieproject en de stationsnaam weergegeven waaraan de CPU is toegekend.

Bestandsnaam:

In dit veld geeft u de naam op waaronder de toegewezen adres ruimte-lijst wordt opgeslagen. Met [...] kunt u het bestandselectievenster openen, waarin u een toegewezen adres ruimte-lijst kunt selecteren die u wilt overschrijven of waarvan u de naam wilt wijzigen. U kunt de lijst als CSV-bestand of als TXT-bestand opslaan.

Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen.

Zie ook

Dialoogvenster Instellingen: PLC