Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Instellingen: AutomationML-export

In dit dialoogvenster specificeert u de detailleringsgraad voor een exportbestand in het AutomationML-formaat.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Aansluitingen gedetailleerd exporteren:

Deze instelling is alleen relevant voor volgende bussystemen:

Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt in het exportbestand de aansluiting van de busaansluitingen gedetailleerd uitgevoerd. Behalve dat wordt aangegeven welke PLC-kasten met elkaar zijn verbonden, wordt ook uitgevoerd welke busaansluiting bij de eerste kast met welke busaansluiting bij de tweede kast is verbonden.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt in het exportbestand alleen uitgevoerd welke PLC-kasten met elkaar verbonden zijn. Informatie over welke busaansluiting met welke andere is verbonden, wordt niet uitgevoerd. Ook verbindingen tussen een bouwgroepen-rack en de bijbehorende uitbreidingsbouwgroepen-racks worden in dat geval niet geƫxporteerd.

Toebehoren exporteren:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de bijbehorende artikelen ook in het exportbestand uitgevoerd. Als toebehoren worden alle artikelen beschouwd die in het eigenschappendialoogvenster van een hoofdfunctie op het tabblad Artikel bij de posities 2 tot 50 zijn ingevoerd.

Opmerking:

Voor de export van bijbehorende artikelen moet voor deze artikelen in het artikelbeheer een PLC-typecode zijn ingevoerd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de bijbehorende artikelen gegenereerd.

Apparaatgerelateerde configuratiewaarden exporteren:

Deze instelling is pas vanaf het AutomationML-exportformaat V1.1.0 beschikbaar. Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden apparaatgerelateerde configuratiewaarden ook in het exportbestand uitgevoerd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld of grijs wordt weergegeven, worden apparaatgerelateerde configuratiewaarden bij de PLC-gegevensuitwisseling genegeerd.

Opmerking:

De apparaatgerelateerde configuratiewaarden worden in het artikelbeheer als gebruikergedefinieerde eigenschappen via het dialoogvenster Eigenschappen configureren gedefinieerd. Om ervoor te zorgen dat deze eigenschappen bij de PLC-gegevensuitwisseling in het AutomationML-formaat worden meegenomen, moet in het veld Categorie de waarde "PLC-gegevens" en in het veld Toekenning de waarde "Artikel" zijn ingevoerd en moet daarnaast het selectievakje Ook voor artikelreferenties valideren zijn ingeschakeld. De prefix (tekenreeks tot het eerste punt) in de identificerende naam van deze eigenschappen wordt bij de export verwijderd en bij de import uit de gegevens van het bijbehorende artikel toegevoegd.

Zie ook