Alle objecten van een project (pagina's, onderdelen en functies) moeten worden gecodeerd en hiƫrarchisch worden gestructureerd.
Structuurcode voor een pagina =AP+ST1/6.
Code |
Betekenis |
---|---|
= |
Voorteken van de daarop volgende structuurcode voor het codeblok "Groep" |
AP |
Structuurcode voor het codeblok "Groep" |
+ |
Voorteken van de daarop volgende structuurcode voor het codeblok "Inbouwplaats" |
ST1 |
Structuurcode voor het codeblok "Inbouwplaats" |
/ |
Scheidingsteken voor de paginanaam |
6 |
Paginanaam |
Structuurcode voor een onderdeel =AP+ST1-F6.
Code |
Betekenis |
---|---|
= |
Voorteken van de daarop volgende structuurcode voor het codeblok "Groep" |
AP |
Structuurcode voor het codeblok "Groep" |
+ |
Voorteken van de daarop volgende structuurcode voor het codeblok "Inbouwplaats" |
ST1 |
Structuurcode voor het codeblok "Inbouwplaats" 1 |
- |
Voorteken van de daarop volgende structuurcode voor het codeblok "Onderdeel" |
F6 |
Structuurcode voor het codeblok "Onderdeel" |