Codeblokken beschikken in de projectstructuur over bepaalde onderverdelingsniveaus, die het mogelijk maken om een structuurcode te scheiden in een hoofdcode en subcode. De subcodes vormen een hiërarchie met de bijbehorende hoofdcode. Een subcode is altijd toegekend aan een hoofdcode. Afhankelijk van het codeblok kan in EPLAN een verschillend aantal subcodes worden gedefinieerd. Hoofd- en subcodes kunnen met bepaalde scheidingstekens van elkaar worden gescheiden. Welke scheidingstekens kunnen worden gebruikt, hangt al van het betreffende codeblok.
Onderverdeling van de codeblokken
Hoofdcodes
|
Subcode |
|
---|---|---|
Functionele toekenning |
Onderverdelingsniveau 1 |
Onderverdelingsniveau 2 |
Geeft de functionele relatie tussen groepen, technische inrichtingen en onderdelen aan. |
Installaties, installatiesecties, installatiedelen, technische inrichtingen en onderdelen |
Besturingsfuncties en functionele eenheden |
Hoofdcodes
|
Subcode |
||
---|---|---|---|
groep
|
Onderverdelingsniveau 1 |
Onderverdelingsniveau 2 |
Onderverdelingsniveau 3 |
Geeft installaties, installatiesecties en technische inrichtingen aan |
Installaties, installatiesecties en installatiedelen |
Technische inrichtingen en onderdelen |
Verdere onderverdelingen |
Hoofdcodes
|
Subcode |
|
---|---|---|
Installatieplaats |
Onderverdelingsniveau 1 |
Onderverdelingsniveau 2 |
Geef een topografische installatieplaats aan |
Gebouwen, gangen, verdiepingen, platforms etc. |
Ruimtes en bereiken |
Hoofdcodes
|
Subcode |
||||
---|---|---|---|---|---|
Inbouwplaats |
Onderverdelingsniveau 1 |
Onderverdelingsniveau 2 |
Onderverdelingsniveau 3 |
Onderverdelingsniveau 4 |
Onderverdelingsniveau 5 |
Geeft de inbouwplaats van apparaten aan |
Constructie-eenheden, schakelpanelen, tafels, kasten, aggregaten etc. |
Inbouwplaats binnen de constructie-eenheid |
Verdere onderverdeling |
Verdere onderverdeling |
Verdere onderverdeling |
Hoofdcodes
|
---|
Groepsnummer (voorteken gebruikergedefinieerd) |
Geeft de inbouwplaats van apparaten aan |
Hoofdcodes
|
Subcode |
---|---|
Onderdeel |
Onderverdelingsniveau 1 |
Geeft de onderdelen aan |
Onderdeel |
Hoofdcodes
|
Subcode |
||
---|---|---|---|
Documenttype |
Onderverdelingsniveau 1 |
Onderverdelingsniveau 2 |
Onderverdelingsniveau 3 |
Geeft het documenttype aan om informatie van elkaar te onderscheiden |
Documenttype, bijvoorbeeld schema, systeemschema, klemmenaansluitlijst, inhoudsopgave |
Voorschrift voor de technische realisering, bijvoorbeeld overdracht via bus, vaste bekabeling. |
Verdere onderverdeling |
Hoofdcodes
|
Subcode |
---|---|
Gebruikergedefinieerd |
Onderverdelingsniveau 1 |
Gebruikergedefinieerd codeblok |
Verdere onderverdeling |
Scheidingstekens voor de definitie van subcodes in codeblokken
Codeblok |
Scheidingsteken voor subcodes |
---|---|
Functionele toekenning |
== |
Groep |
= |
Installatieplaats |
++ |
Inbouwplaats |
+ |
Gebruikergedefinieerd |
Gebruikergedefinieerd (voorinstelling #) |
Onderverdelingsmogelijkheden van het codeblok "Functionele toekenning":
Er worden twee hoofdcodes, twee subcodes van het eerste onderverdelingsniveau en een subcode van het tweede onderverdelingsniveau gebruikt.
HK1 => eerste hoofdcode
HK2 => tweede hoofdcode
UK1 => eerste subcode van het onderverdelingsniveau 1
UK2 => tweede subcode van het onderverdelingsniveau 1
UUK => subcode van het onderverdelingsniveau 2
De eerste subcode (UK1) van het onderverdelingsniveau 1 en de tweede subcode (UK2) van het onderverdelingsniveau 2 zijn door een punt van de hoofdcode (HK1) gescheiden. De andere subcode (UUK) van het onderverdelingsniveau 2 wordt door twee punten van de hoofdcode (HK) gescheiden.
(==)HK1.UK1
(==)HK1.UK2.UUK
(==)HK2
Als het onderverdelingsteken (punt ".") wordt gebruikt, kunnen gedeelten aan het begin of het einde van een codeblok vervallen.
Zie ook: