Voorwaarde:

U beschikt over een importbestand *xml.

1. Kies de volgende menuopdrachten: Opties > Instellingen
2. Selecteer in de boomweergave van het dialoogvenster Instellingen het structuurniveau waarin u de instellingen wilt importeren.
3. Klik op (Importeren).
   
   Als u een van de instellingsbereiken "Gebruiker" of "Station" hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Instellingen importeren geopend.
   
   Als u een van de instellingsbereiken "Projecten" of "Bedrijf" hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Instellingen importeren: <Hiërarchiepad> geopend. Hier kan alleen het bronbestand worden aangegeven.
4. Om algemene instellingen te importeren, schakelt u het bovenste selectievakje in.
5. Om overige programma-instellingen en configuraties te importeren, schakelt u in het groepsveld Overige instellingsbereiken het selectievakje van het gewenste instellingsbereik in.
6. Klik naast het veld Bronbestand op [...] en selecteer het importbestand *.xml.
   
   De instellingen worden geïmporteerd.

1. Kies de volgende menuopdrachten: Opties > Instellingen
2. Selecteer in de boomweergave van het dialoogvenster Instellingen het instellingsbereik dat u wilt exporteren.
3. Klik op (Exporteren).
   
   Als u een van de instellingsbereiken "Gebruiker" of "Station" hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Instellingen exporteren geopend.
   
   Als u een van de instellingsbereiken "Projecten" of "Bedrijf" hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Instellingen exporteren: <Hiërarchiepad> geopend. Hier kan alleen het doelbestand worden aangegeven.
4. Om de algemene instellingen voor het geselecteerde instellingsbereik te exporteren, schakelt u het bovenste selectievakje in.
5. Om overige programma-instellingen en configuraties te exporteren, schakelt u in het groepsveld Overige instellingsbereiken het selectievakje van het gewenste instellingsbereik in.
6. Controleer in het veld Doelbestand het bestandspad en de bestandsnaam, of geef via [...] een ander bestandspad en een andere bestandsnaam op.
   
   In het veld Doelbestand zijn reeds het bestandspad en de bestandsnaam ingevoerd die overeenkomen met het bereik dat in de boomweergave is geselecteerd.

   Voorbeeld:

   U hebt in het dialoogvenster Instellingen het bereik Gebruiker > Weergave > Algemeen geselecteerd. Het programma stelt de naam <Gebruiker>+<Weergave>+<Algemeen>.xml voor.

7. Klik op [OK].
   
   De instellingen worden in de ingestelde directory onder de opgegeven naam als XML-bestand opgeslagen.

Voorwaarden:

• U hebt een project geopend.
• U hebt toegang tot een exportbestand waarnaar u uitgebreide instellingen wilt exporteren.

1. Kies de volgende menuopdrachten: Opties > Instellingen
2. Selecteer in de boomweergave van het dialoogvenster Instellingen de gewenste hoofdcategorie, subcategorie of het gewenste instellingsbereik dat u aan een bestaand exportbestand wilt toevoegen.
3. Kies de snelmenuopdracht Exporteren (uitbreiden).
   
   Als u een van de instellingsbereiken "Gebruiker" of "Station" hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Instellingen exporteren (uitbreiden) geopend.
   
   Als u een van de instellingsbereiken "Projecten" of "Bedrijf" hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Instellingen exporteren (uitbreiden): <Hiërarchiepad> geopend. Hier kan alleen het doelbestand worden aangegeven.
4. Om het exportbestand uit te breiden met de algemene instellingen voor het geselecteerde instellingsbereik, schakelt u het bovenste selectievakje in.
5. Om het exportbestand uit te breiden met overige programma-instellingen en configuraties, schakelt u in het groepsveld Overige instellingsbereiken het selectievakje van het gewenste instellingsbereik in.
6. Selecteer het bestaande exportbestand in het veld Doelbestand.
7. Klik op [OK].
   
   De instellingen worden aan het geselecteerde exportbestand toegevoegd.