Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Klemmenstrookopbouw definiëren

Opmerking:

Deze werkwijze wordt door het programma alleen om compatibiliteitsredenen ondersteund. Wij raden aan om artikelen bij de hoofdklemmen te beheren.

Een klemmenstrookopbouw via een apparaatdefinitie kan echter alleen worden gedefinieerd als de klemmenstrook geen hoofdklemmen bevat of als voor de klemmenstrook de eigenschap Hoofdklemmen niet gebruiken is geactiveerd.

Er is voor klemmenstroken een groot aantal combinaties van klemtypen, aantal en toebehoren mogelijk. Via een apparaatdefinitie (dus via meerdere functiesjablonen) kunt u een willekeurige klemmenstrookopbouw definiëren die naderhand niet door middel van bewerkingsfuncties (bijvoorbeeld door het verwijderen van klemmen) kan worden gewijzigd. De functiesjablonen worden opgeslagen in de klemmenstrookdefinitie. De klemmenstrookopbouw kan alleen worden verwijderd door de afzonderlijke functiesjablonen of de klemmenstrookdefinitie te verwijderen.

Voor klemmenstroken kunt u de apparaatdefinitie in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken maken door aan de klemmenstrookdefinitie functiesjablonen toe te kennen. De functiesjablonen genereert u uit geplaatste of niet-geplaatste klemmen. U kunt daarbij de klemmencodes al instellen, maar u hoeft dat nog niet te doen.

Afzonderlijke klemmen worden in de functiesjabloon via de klemmencode, de functiedefinitie en de etage geïdentificeerd. Als de klemmencode in de functiesjabloon leeg is, past de sjabloon bij iedere willekeurige klemmencode in het project. Als er een willekeurige klem in het schema wordt verwijderd, blijft deze behouden in de klemmenstrook en kan deze weer worden afgeboekt of geplaatst.

De apparaatdefinitie (d.w.z. de klemmenstrookopbouw) kan worden overgedragen door middel van kopiëren of via de macrotechniek.

Voorwaarden:

Functiesjablonen genereren

  1. Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Bewerken.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken een of meerdere klemmen zonder toegekende functiesjablonen. U herkent deze aan het pictogram in de kolom Status.
  3. Kies de snelmenuopdracht Functiesjablonen genereren.

    Voor de betreffende klemmen verandert het pictogram in de kolom Status.
  4. Bevestig uw invoer.

Functiesjablonen verwijderen

  1. Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Bewerken.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken een of meerdere klemmen met toegekende functiesjablonen. U herkent deze aan het pictogram in de kolom Status.
  3. Kies de snelmenuopdracht Functiesjablonen verwijderen.

    Voor de betreffende klemmen verandert het pictogram in de kolom Status.
  4. Bevestig uw invoer.

Zie ook