Een net is in EPLAN een deel van een signaal. Normaal gesproken eindigt een net bij klemmen, stekercontacten of aansluitingen van functies. Met de netuitbreiding kan het net binnen de grenzen van het signaal, bijvoorbeeld via de klemmen en stekercontacten worden uitgebreid. Daartoe definieert u in het dialoogvenster Netuitbreiding welke functies niet als grens voor het net moeten worden beschouwd. Deze instelling is van invloed op het coderen indien als omvang "Net" is geselecteerd. De netuitbreiding voor de verbindingsnummering is onafhankelijk van de eigenschap Netverbindend bij de betreffende functie.
Voorwaarde:
U hebt een project geopend.
- Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Verbindingen > Verbindingsnummering
- Selecteer in het dialoogvenster Instellingen: Verbindingsnummering een gebruikergedefinieerd schema in de vervolgkeuzelijst, of maak via
(Nieuw) een nieuw schema. - Kies het tabblad Code en klik op [Netuitbreiding].
- Selecteer in het dialoogvenster Netuitbreiding de gewenste functies in de lijst Selectie en verplaats deze met de pijlknop naar de lijst Netuitbreiding met de volgende objecten.
Het net eindigt dan niet bij de geselecteerde functies, maar wordt met deze functies uitgebreid. De netuitbreiding geldt voor alle formaatgroepen die de omvang "Net" hebben. - Klik op [OK]. De instelling wordt in het geselecteerde schema opgeslagen.
Zie ook
Dialoogvenster Netuitbreiding (verbindingsnummering)