Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Functies wijzigen

Als een functie in het project wordt gebruikt, dan hebben deze door de toegekende functiedefinitie al bepaalde eigenschappen. De gegevens uit de functiedefinitie zijn slechts een voorinstelling en kunnen bij elk schemasymbool worden overschreven. Bovendien kunt u aanvullende eigenschappen toevoegen.

Eigenschappen wijzigen

Voorwaarde:

U hebt een functie (een schemasymbool) op een schemapagina geplaatst. Of u hebt een functie in een van de navigators gegenereerd.

  1. Selecteer de functie.
  2. Kies de menuopdrachten Bewerken > Eigenschappen.
  3. In het dialoogvenster Eigenschappen <...> wijzigt u de eigenschappen van de functie. Gebruik daartoe de verschillende tabbladen en invoervelden.
  4. Definieer – indien nodig – de overige eigenschappen die nog niet in de functiedefinitie zijn gedefinieerd.
  5. Klik op [OK].

    De nieuwe en gewijzigde eigenschappen worden bij de functie opgeslagen.

    Bij het schemasymbool worden de huidige eigenschappen weergegeven (indien deze voor de weergave zijn geselecteerd).

Aansluitcodes en aansluitbeschrijvingen selecteren

Voor elke functiedefinitie kunnen tien sets met aansluitcodes en aansluitbeschrijvingen worden opgeslagen. Als een functie wordt gemaakt, wordt als voorinstelling de eerste set met aansluitcodes gebruikt.

Voorwaarde:

U hebt een functie (een schemasymbool) op een schemapagina geplaatst. Of u hebt een functie in een van de navigators gegenereerd.

  1. Selecteer de functie.
  2. Kies de menuopdrachten Bewerken > Eigenschappen.
  3. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad <Functiecategorie>.
  4. Selecteer in het veld Aansluitcode een invoer in de vervolgkeuzelijst, of geef de aansluitcodes handmatig op.
  5. Selecteer in het veld Aansluitbeschrijving een invoer in de vervolgkeuzelijst, of geef de aansluitbeschrijvingen handmatig op.
  6. Klik op [OK].

    De aansluitgegevens worden aan de functie toegekend.

Zie ook