- U hebt een project geopend. Hulpprogramma's > Eigenschappen extern bewerken > Instellingen (<...>). Kies het tabblad Algemeen. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestandstype een van de invoeren "Tab-gescheiden tekst", "Tab-gescheiden Unicode-bestand (*.txt)" of "XML-bestand (*.edc)" en klik op [Opties].
- Opties > Instellingen > Gebruiker > Interfaces > Externe bewerking (<...>). Kies het tabblad Algemeen. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestandstype een van de invoeren "Tab-gescheiden tekst", "Tab-gescheiden Unicode-bestand (*.txt)" of "XML-bestand (*.edc)" en klik op [Opties].
In dit dialoogvenster definieert u de instellingen voor het extern bewerken van pagina's, functies of verbindingen in een teksteditor.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Voer hier de naam in (incl. station en directory) van het voor het betreffende formaat te gebruiken toepassingsprogramma of klik op [...] om dit programma interactief te selecteren.
Via Snelmenu > Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare EPLAN-specifieke padvariabelen kunt overnemen.