Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

U bent hier: Verbindingslijst > Controlemodus gebruiken

Controlemodus gebruiken

Na het afsluiten van een bedradingsopdracht kan de verbindingslijst in EPLAN Smart Wiring ook voor kwaliteitscontrole worden gebruikt. Hiertoe moet in de instellingen de zogeheten controlemodus worden geactiveerd.

U of een collega die expliciet voor de controle is aangewezen, controleert daarbij aan de hand van de verbindingslijst of alle als "Geïnstalleerd" aangeduide routeringsverbindingen als gerouteerde draden in de schakelkast daadwerkelijk correct zijn aangesloten en documenteert het controleresultaat in de verbindingslijst bij de betreffende routeringsverbinding.

In de controlemodus zijn in de verbindingslijst drie verdere statussen beschikbaar, die door de volgende pictogrammen worden aangegeven:

Status	Betekenis
	Draad moet worden gecontroleerd (standaardinstelling bij elke als "Geïnstalleerd" aangeduide routeringsverbinding na het activeren van de controlemodus)
	Gecontroleerd (draad is correct geïnstalleerd)
	Correctie vereist (draad is onjuist geïnstalleerd).

Opmerkingen

Houd bij de controlemodus rekening met de volgende informatie:

Routeringsverbindingen die de status "Gedeeltelijk geïnstalleerd" of "Niet geïnstalleerd" hebben, worden na het activeren van de controlemodus in de verbindingslijst verborgen.
Bij een gedeactiveerde controlemodus kan bij een reeds volledig gecontroleerd project (alle routeringsverbindingen hebben de status "Gecontroleerd") de controlestatus niet worden teruggezet.
Het activeren van de controlemodus of de bewerking van een bedradingsproject is bij simultaan werken niet mogelijk.
Het project kan in de controlemodus worden geactualiseerd.
In de controlemodus kan in de verbindingslijst op alle drie controlestatussen worden gefilterd.

Controlestatus toekennen

Algemene voorwaarden

U hebt een project van het type *.EPDZ of *.XLS / *.XLSX geopend of voortgezet.
In het project hebben alle routeringsverbindingen de status "Geïnstalleerd".
U hebt de gewenste layoutruimte en / of schakelkast geselecteerd, indien het project is gebaseerd op een bestand van het type *.EPDZ.
U hebt in de instellingen de controlemodus geactiveerd (menuopdrachten Instellingen > Controlemodus > Toepassen), zodat alle geïnstalleerde routeringsverbindingen de status "Te controleren" hebben.

Werkwijze

Open de detailweergave van de eerste routeringsverbinding in de verbindingslijst.
De knoppen bij de bron- en doelaansluiting hebben de status "Geïnstalleerd" , de knop voor de gehele routeringsverbinding heeft de status "Te controleren" .
Controleer de corresponderende draad in de schakelkast bij de bron- en doelaansluiting van de bijbehorende component door deze bijvoorbeeld te controleren op correcte montage, stevigheid of andere controlecriteria.
Wijzig na de controle van de draad in de schakelkast de status bij het aansluitsymbool geheel rechts in de detailweergave als volgt:

Als de draad correct is geïnstalleerd, klikt of drukt u één keer op het aansluitsymbool.
De status ervan verandert van "Te controleren" in "Gecontroleerd" . Daarbij krijgen de aansluitingen bij de bron en bij het doel eveneens de status "Gecontroleerd".
Als de draad onjuist is geïnstalleerd, klikt of drukt u een twee keer op het aansluitsymbool.

De status ervan verandert dan van "Gecontroleerd" in "Correctie vereist" . Daarbij krijgen de aansluitingen bij de bron en bij het doel eveneens de status "Correctie vereist".
Herhaal de controle en de statustoekenning voor alle overige routeringsverbindingen van de verbindingslijst.

Opmerking