Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Plaatsingsopties

In dit dialoogvenster kunt u de opties voor het plaatsen van artikelen in de 3D-montageopbouw instellen.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Groepsveld Artikelplaatsing

Draaihoek:

In deze vervolgkeuzelijst kunnen de draaihoeken 0°, 45°, 90°, 135°, 180°, -45°, -90° en -135° worden geselecteerd; er kunnen ook gebruikergedefinieerde waarden worden ingevoerd. Er wordt altijd om de handle en om de Z-as gedraaid.

De instelling Draaihoek wordt bij schakelkasten en bij onderdelen met variabele lengte (draadkoker, montagerail, kabelklemrail, verzamelrailsysteem) grijs weergegeven en kan dus niet worden gewijzigd. Bij onderdelen met variabele lengte worden de draaihoeken 0°, 90°, 180° en -90° ingesteld door het onderdeel met de muis in de betreffende richting te draaien wanneer het startpunt van het te plaatsen artikel is bepaald maar het eindpunt nog moet worden gedefinieerd.

De instelling Draaihoek wordt bij het plaatsen, invoegen, verschuiven en dupliceren van uitsparingen van het type "Boring" en "Schroefdraadboring" grijs weergegeven en kan daardoor niet worden gewijzigd, omdat deze objecten volledig symmetrisch zijn.

Handle:

De handle bepaalt de positie van het onderdeel ten opzichte van de cursor. In een vervolgkeuzelijst zijn er verschillende handles beschikbaar: "Onder links", "Onder midden" etc.

Bij artikelplaatsingen met vereenvoudigde weergave (waarbij het blokje uit de artikelafmetingen is gegenereerd) bevinden de handles zich in de hoekpunten op het bodemvlak van het object.

Handles kunnen tijdens het plaatsen ook met de toets [A] met de wijzers van de klok mee worden gewisseld.

Offset X / Offset Y / Offset Z:

In deze velden kunt voor de X-, Y- en Z-richting een offset invoeren. De velden zijn standaard met "0" vooringesteld. De waarden kunnen in mm of in inch worden ingevoerd. Het basispunt voor de offset is de handle van het geplaatste artikel.

Offset-waarden worden bij het invoeren van het start- en eindpunt via het invoervak anders gehanteerd. Zodra de puntcoördinaten in het invoervak worden ingevoerd, worden de offset-waarden die in het dialoogvenster Plaatsingsopties zijn gedefinieerd genegeerd en wordt de component op de ingevoerde coördinaten geplaatst.

Met betrekking tot inbouwafstand:

Als in de artikeldefinitie inbouwafstanden zijn gedefinieerd, worden deze door het inschakelen van dit selectievakje bij het wisselen van de handle als offset bij de coördinaten van de handle opgeteld .

Met betrekking tot oorspronkelijke positie:

Deze optie is alleen beschikbaar bij de acties Verplaatsen, Dupliceren, Draaien en Invoegen. Als het selectievakje is ingeschakeld en het dialoogvenster met [OK] is gesloten, worden de objecten die aan de cursor hangen direct met de ingestelde offsetwaarde verschoven. Hierdoor hoeven ze niet meer met de muis te worden geplaatst. Daarna wordt de actie beëindigd.

Uitgebreide handle-logica:

In de eigenschappen van een handle kunnen standaardinstellingen voor de plaatsing worden gedefinieerd. Hier wordt gedefinieerd voor welke montagepunten of basispunten deze handle geschikt is. Met dit selectievakje kan de uitgebreide logica tijdens het plaatsen van een component met een uitgebreide handle worden uitgeschakeld. Op die manier kan de desbetreffende component ook zonder plaatsingsbeperking worden geplaatst.

Als het selectievakje is ingeschakeld, worden alleen de montagepunten of basispunten aangeboden die in de eigenschappen van de desbetreffende handle zijn ingevoerd. Bij het plaatsen van een macro met uitgebreide handle-logica (d.w.z. als er montagepunten zijn toegekend) is het selectievakje Uitgebreide handle-logica altijd ingeschakeld.

Als het selectievakje wordt uitgeschakeld, worden weer alle mogelijke montagepunten en basispunten weergegeven en gebruikt.

In kasthiërarchie opnemen:

Dit selectievakje is alleen beschikbaar bij het plaatsen van componenten met de functiedefinitie "Montageplaat" en "Kast". Met dit selectievakje kan worden bepaald hoe montageplaten en complete schakelkasten in de hiërarchie van de layoutruimte-navigator worden weergegeven. Met de eigenschap De component is onverschuifbaar aan de bovenliggende component bevestigd bepaalt u bijvoorbeeld de wijze waarop componenten worden verplaatst en hoe verwerkingen zoals montagelijsten worden uitgevoerd.

Opmerking:

Bij het verplaatsen worden componenten die in de schakelkasthiërarchie zijn opgenomen altijd samen verplaatst met de component waaronder ze (in de hiërarchie) liggen.

Componenten die onder het knooppunt zijn opgenomen, hebben geen bovenliggende componenten worden afzonderlijk of via een meervoudige selectie verplaatst.

Bij montageplaten wordt de eigenschap De component is onverschuifbaar aan de bovenliggende component bevestigd tijdelijk uitgeschakeld wanneer met Bewerken > Verplaatsen of met de toets [V] wordt verplaatst. De montageplaat kan dan met alle daarop geplaatste componenten worden verplaatst.

Bij alle overige componenten kan de ingestelde eigenschap door te verplaatsen met slepen & neerzetten en met ingedrukte toets [Shift] tijdelijk buiten werking worden gesteld.

Tip:

Wanneer u de hiërarchietoekenning van montageplaten of schakelkasten in bestaande projecten achteraf wilt wijzigen, kunt u daarvoor de functie Verplaatsen gebruiken. Wanneer de component zich bij de cursor bevindt, kiest u de snelmenuopdracht Plaatsingsopties, schakelt u het selectievakje In kasthiërarchie opnemen in en plaatst u de component vervolgens terug naar de vorige positie.


Groepsveld Meervoudige plaatsing

Afstand:

Hiermee wordt bij een meervoudige plaatsing de afstand tussen de afzonderlijke artikelplaatsingen in mm of inch bepaald. Voer hier de gewenste waarde in.

De instelling Afstandoptie houdt direct verband met deze instelling.

Afstandoptie:

Met deze vervolgkeuzelijst definieert u waarop de afstand betrekking heeft die in het veld Afstand is ingevoerd.

Tijdens de meervoudige plaatsing kan de afstandoptie worden gewijzigd; deze geldt dan vanaf dat moment voor alle volgende artikelplaatsingen.

De gekozen handle is niet van invloed op deze instelling.

Plaatsingsmodus:

Bepaalt in welke richting de artikelen bij een meervoudige plaatsing na elkaar moeten worden geplaatst. In de vervolgkeuzelijst zijn de volgende opties beschikbaar:

  1. Van links naar rechts: het eerste onderdeel hangt aan de cursor en wordt geplaatst. De overige onderdelen worden automatisch rechts daarvan geplaatst.
  2. Van rechts naar links: het eerste onderdeel hangt aan de cursor en wordt geplaatst. De overige onderdelen worden automatisch links daarvan geplaatst.
  3. Van boven naar onder: het eerste onderdeel hangt aan de cursor en wordt geplaatst. De overige onderdelen worden automatisch daaronder geplaatst. Voor schakelkasten en montageplaten is deze optie niet beschikbaar.
  4. Van onder naar boven: het eerste onderdeel hangt aan de cursor en wordt geplaatst. De overige onderdelen worden automatisch daarboven geplaatst. Voor schakelkasten en montageplaten is deze optie niet beschikbaar.
  5. Afzonderlijk: onderdelen die gemeenschappelijk zijn geselecteerd, worden niet automatisch naast elkaar geplaatst. Na het plaatsen van de eerste component hangt de tweede component aan de cursor en kan deze op een willekeurige andere plek worden geplaatst tot alle componenten zijn geplaatst of totdat de plaatsing wordt geannuleerd.

Bij de eerste vier opties wordt rekening gehouden met een eventueel opgegeven afstand tussen de onderdelen. Voor alle onderdelen wordt dezelfde ingestelde handle gebruikt.

Zie ook