Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Instellingen: Algemeen (project, verbindingen)

In dit dialoogvenster definieert u de algemene instellingen voor verbindingen.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Bron en doel van verbindingen uit de plaatsing bepalen:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de bron en het doel van de verbindingen via de grafische positie van de aangesloten functies bepaald. Deze instelling komt overeen met de wijze waarop dat in EPLAN vóór versie 1.9 SP 1 gebeurde. In de verwerkingen worden de bron en het doel van verbindingen dan overeenkomstig hun plaatsing in het schema gesorteerd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden voor de bepaling van de bron en het doel van de verbindingen de onderdeelcodes van de aangesloten functies vergeleken. Ten behoeve van de vergelijking wordt de sortering van de structuurcodes in het structuurcodebeheer gebruikt. De "kleinste" onderdeelcode wordt dan de bron.

Opmerking:

Kabelverbindingen worden door deze instelling niet beïnvloed.

Vaste brug-aansluitingen in het netdefinitiepunt beheren:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden in het eigenschappendialoogvenster van een netdefinitiepunt op het tabblad Netverbindingen ook symboolaansluitingen met het aansluittype "Vaste brug" weergegeven. Aanvullende functieaansluitingen voor vaste bruggen worden echter niet weergegeven.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden vaste brug-aansluitingen op het tabblad Netverbindingen niet weergegeven.

Opmerking:

Netgebaseerde verbindingen kunnen niet samen met de brugoptimalisatie van deelklemmen worden gebruikt. Deze beide functies genereren verschillende verbindingen die niet onderling compatibel zijn.

Alle netverbindingen in het netdefinitiepunt beheren:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de doelen voor direct met elkaar verbonden, netverbindende functies (d.w.z. bij de functie is de eigenschap Netverbindend geactiveerd) niet automatisch gedefinieerd. In dat geval worden de verbindingen niet automatisch gegenereerd, maar moeten ze handmatig worden gegenereerd. Dat betekent dat alle verbindingen in een net (zowel verbindingen via verbindingssymbolen zonder doelbepaling als directe verbindingen tussen netverbindende functies) in het netdefinitiepunt worden gedefinieerd en opgeslagen.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de doelen voor direct met elkaar verbonden, netverbindende functies automatisch gedefinieerd en worden er automatisch verbindingen gegenereerd. Dit is de standaardinstelling. Deze verbindingen worden in het dialoogvenster Overige verbindingen weergegeven, maar kunnen niet worden verwijderd of gewijzigd.

Opmerkingen:

Als beide selectievakjes zijn ingeschakeld (Vaste brug-aansluitingen in het netdefinitiepunt beheren en Alle netverbindingen in het netdefinitiepunt beheren), kunnen alle symboolaansluitingen van het net via het netdefinitiepunt worden gedefinieerd en (opnieuw) worden bedraad.

Zie ook